dinsdag 23 december 2008

Pyjama party en Singabore




Laat ik beginnen met het beantwoorden van twee veel gestelde vragen:
- Er lijkt na het verlies van mijn creditcard niets te zijn afgeschreven.
- Ik ben zonder verdere problemen aan een nieuwe pas gekomen.

Inmiddels zitter er alweer drie weken InsightAsia op en heb ik een indruk van het bedrijf. Gelukkig is die positief. Erg aardige collega’s. Ze spreken vrijwel allemaal redelijk tot goed Engels. In tegenstelling tot CSN wordt het hier wel gewaardeerd als ik nu en dan een woordje Thai brabbel. Ze zijn behulpzaam en geduldig bij het verbeteren van mijn uitspraak en het leren van nieuwe woorden, wat me motiveert om er weer eens wat studie uurtjes tegenaan te gooien.

In mijn tweede week hadden we een feestje ter afsluiting van het jaar. We gingen naar een karaoke tent en er moest een thema zijn (of dat laatste typisch Thais is, weet ik niet). Na een stemming won de pyjama-party het van de schoolkostuums en de maskers. Moest ik dus een pyjama gaan regelen. Ik naar de weekend markt en voor 7 euro een licht blauwe pyjama met stripfiguurtjes gekocht. Uiteraard wat aan de kleine kant. De karaoke bar lag op anderhalf uur rijden van kantoor. Waarom zover? Degene die het regelde woont daar vlakbij. Niemand die klaagde, dat zou in Nederland wel anders zijn. Of was ik toch niet de enige die daar de pest over in had? Eenmaal gearriveerd kwamen al snel de whisky flessen op tafel en werd er flink gezongen (niet door mij!). Het land besturen valt ze niet mee, maar een feestje bouwen kun je wel aan de Thaien over laten. Na de maaltijd was het tijd voor de uitslag van de populariteitspolls:
- Hottest guy
- Hottest girl
- Most helpful
- Most friendly
- Most ting-tong (crazy)
- Most polular
Ik kwam niet verder dan een nominatie voor hottest guy, maar ik zat er net een week. Volgend jaar is die voor mij. Na de uitreiking van bovenstaande prijzen was het tijd voor het klapstuk: de beste pyjama. Ik was genomineerd met twee dames. Voordat men een stem uit kon brengen, moesten we alle drie een catwalk showtje geven. De dames mochten eerst en legden de lat hoog. Toen was het de beurt aan de farang om te laten zien dat hij zich kan handhaven in de uitbundige Thaise gekkigheid. Ik kan met trots vertellen dat ik glansrijk slaagde. Na de plagerige aanzetten tot een stripact (wees gerust, het bleef bij aanzetten tot) toonde ik wat mister universe poses, om als klap op de vuurpijl bij de hottest girl op schoot te belanden. Ze lagen dubbel en de applausmeter had een te kleine schaal om de waardering voor mijn act in cijfers uit te kunnen drukken. Op de foto poseer ik tussen mijn vernietigde opponenten. En passant toucheerde ik mijn prijs van 1.000 Baht. De pyjama bleek een goede investering. Wie haalt er in deze tijden van economische rampspoed nog een rendement van 286%!?

Het zal duidelijk zijn dat het met de sfeer wel goed zit hier. Ook van de kwaliteit van de dienstverlening heb ik een positieve indruk gekregen. Ik zie het dus wel zitten bij InsightAsia. Het plan was dat ik op mijn eerste werkdag, 1 december, naar Singapore zou vliegen om mijn visum te regelen en op het hoofdkantoor aldaar wat leidende figuren te spreken. Dat was een mooie start geweest, ware het niet dat het vliegveld bezet was door een zooitje malloten. Uiteindelijk ben ik er van 15 t/m 17 december geweest. Helaas was iedereen met wie ik oorspronkelijk kennis zou maken op vakantie of voor het werk in het buitenland. Ik kon dus een beetje lanterfanteren in Singapore, maar daar was niet veel aan. Singa-bore lijkt me een betere naam voor de stad waar men collectief aan smetvrees lijkt te lijden. Kauwgum is er verboden. Op een verder brandschoon plein zag ik een kerel de blaadjes opvegen die van de bomen vielen. Dat komt wat vreemd over als je in een stad woont waar vuilnisbakken net zo zeldzaam zijn als eerlijke politici. Toen ik op de trappen van een shopping mall zat te wachten tot de naast gelegen Thaise ambassade open ging, werd mij door een portier medegedeeld dat dit tegen de policy was. Blijkbaar zijn ze bang dat ik met mijn vieze broek de trappen vies maak. In het vliegtuig was de strenge regelgeving van Singabore mij al opgedrongen. Normaal gesproken vind je op de arrivalcard een vriendelijk welkomstwoordje. Op de kaart van Singabore staat in dikke, rode letters: 'Death for drug traffickers under Singapore law'. Je zal maar een paar bolletjes geslikt hebben. Die springen spontaan open. Nee, als ik mag kiezen, doe mij dan toch maar Kuala Lumpur voor mijn volgende visa run over drie maanden.

Effe iets anders: inmiddels is het mij wat duidelijker geworden waarom het Engels hier zo erbarmelijk is. Ik stond van de week in de skytrain en gluurde over de schouder van een medereiziger in zijn leerboek Engels. Daar werd ik niet vrolijk van. Dieptepunten van slechts twee bladzijden:
- I don’t remember me to your parents and sister.
- May I did you goodbye now?
Ik weet liever niet wat er verder nog voor onzin in de rest van dat boek staat.

Na drie weken werken wordt het weer eens tijd voor ontspanning. Okee, ik heb nog geen reet uitgevoerd, maar ontspannen kan nooit kwaad. Vorige week woensdag de 17e is Mattijn, ex-collega van ACNielsen, aangekomen. In het weekend hebben we behoorlijk de bloemetjes buiten gezet. Maandag de 22e zijn tennis vrienden Gert-Jan (Poedel), Hein, Rick en Steven gearriveerd. We hebben op maandag en dinsdag gezellig gegeten en bijgepraat. De heren vonden het wel vervelend dat ze in de taxi met z’n vieren op de achterbank moesten en ik lekker voorin zat (zie foto). Verschil moet er zijn. Op 1e kerstdag vertrek ik met Mattijn naar het zuiden om een dag of 9 op verschillende eilanden te vertoeven. Vlak voor oud & nieuw sluiten de tenissers zich daar aan en knallen we gezamenlijk zes uur eerder dan jullie 2009 binnen. Zware tijden dus. Was ik maar in Nederland gebleven (not!).

maandag 8 december 2008

Bananenmonarchie deel 4: Long Live The King!

Momenteel is de rust hier weer even teruggekeerd. Afgelopen vrijdag 5 december werden op Suvarnabumi Airport de vluchten hervat. Op dezelfde dag vierde Thailand de 81e verjaardag van de koning. Toevallig? Ik denk het niet.

In Thailand is de koning echt helemaal de koning. De Thaien houden van hun koning als nergens anders ter wereld. Zijn verjaardag is hier een grote gebeurtenis en geheel op zijn Thais moet het dan vooral gezellig zijn, zonder problemen.

De PAD heeft met het bezetten van regeringsgebouwen en de vliegvelden van Bangkok het land onmetelijke schade toegebracht. Regeren is al maanden bijna onmogelijk. Meer dan 300.000 toeristen konden niet naar huis. Het toerisme, waar miljoenen mensen direct of indirect afhankelijk van zijn, is voor de komende jaren de nek omgedraait. De PAD heeft schijt aan alles,...alles behalve de verjaardag van de koning!

Met de acties probeerde de PAD het leger te verleiden tot een coup. Het leger hapte echter maar niet toe en het volk was ‘not amused’ door de acties. En toen stond daar ineens 5 december voor de deur. In enkele dagen tijd werd op geheel Thaise, onnavolgbare wijze de weg vrij gemaakt voor een onbezorgd verjaardagsfeest:

- Op maandag verliet de PAD de regeringsgebouwen.
- Op dinsdag deed de rechtbank onverwacht snel de uitspraak dat de regeringspartijen ontbonden worden vanwege corruptie.
- Op woensdag verliet de PAD als ‘overwinnaar’ de vliegvelden.
- Op donderdag werd de heropening van de vliegvelden voorbereid.
- Op vrijdag werd er weer gevlogen.

In mijn ogen één groot toneelspel om de koning niet te beledigen. Inmiddels weet niemand hier wat er gaat gebeuren nu de regering is afgetreden. De ontbonden regeringspartijen kunnen volgens de constitutie onder een andere naam verder regeren. Het enige echte verschil is dat de leiders van de partijen vijf jaar niet politiek actief mogen zijn en dat er dus weer eens een nieuwe president naar voren geschoven moet worden: de volgende stroman van Thaksin. De PAD is ondertussen druk bezig om verbonden met andere partijen te sluiten en zo een meerderheid in het parlement te vormen. Achterkamertjespolitiek in optima forma. Er is dus op dit moment door de PAD in feite nog weinig bereikt, maar dat kan de komende dagen zomaar veranderen.

De beoogde president van de PAD heeft inmiddels al met droge ogen aangekondigd dat hij het toerisme er bovenop wil gaan helpen en het imago van Thailand wil gaan verbeteren. Indien ze het onderspit delven, zal hij waarschijnlijk zijn best gaan doen om nog meer schade aan te richten, maar dat zegt hij er niet bij.

zaterdag 6 december 2008

Ben ik nou zo slim, of zijn zij nou zo dom!?!


Vrijdagavond de 5e ging ik na mijn eerste werkweek effe een biertje drinken. Over mijn eerste (positieve) ervaringen bij InsightAsia later meer, eerst wat frustraties van me afschrijven. Mag ik effe...

Na bij Bully's een lekkere burger met frites verorberd te hebben, stopte ik op weg naar de kroeg bij een ATM. De burger was vergezeld gegaan van een flesje water, dus wellicht dat het vooruitzicht van het eerste pilsje van de avond mijn gedachten sterk benevelde. Hoe dan ook, toen ik vijf minuten later in de bar met een verse Heineken voor mijn neus op mijn maatjes zat te wachten, flitste de twijfel door mijn hoofd of ik mijn pas wel uit de ATM had gehaald. Zo zie je maar, de aanblik van zo'n groene rakker kan tot heldere momenten leiden. De slogan 'drank maakt meer kapot dan je lief is', is hierbij weerlegd. Met mijn kleine, groene vriend in de hand spoedde ik mij naar de PIN automaat. Uiteraard was mijn pas verdwenen, al was het niet duidelijk of de automaat hem had ingeslikt of dat er iemand mee vandoor was gegaan. Tot zo ver mijn stommiteit, die in het niet valt bij de achterlijkheid van mijn bank, de Bangkok Bank.

Aangezien het om een Visa creditcard gaat, eerst maar snel het hulpnummer gebeld dat op de ATM vermeld staat. Het was een ATM van de Siam Commercial Bank. Ik drukte in het keuzemenu het nummer voor een Engels sprekende medewerker. Na twee minuten wachten werd de verbinding verbroken. Kan gebeuren. Tweede poging was raak. Een keurig Engels sprekende jongeman verbond mij snel door naar mijn eigen Bangkok Bank om mijn kaart te blokkeren. Uitstekende service.

Nu was mijn eigen bank aan zet. Het bandje dat het keuzemenu aan mij opdiende was ingesproken door een dame wiens Engels niet het vereiste niveau haalt om in Nederland de basisschool te mogen verlaten. In Thailand wordt zij blijkbaar goed genoeg bevonden om een bandje in te spreken voor buitenlanders die dringend verlegen zitten om hulp. Wellicht heeft degene die verantwoordelijk is voor de telefonische helpdesk zijn vrouw gevraagd om het even in te spreken en het budget voor het inhuren van een gekwalificeerd persoon in zijn eigen zak gestoken. Door het gebrekkige Engels raakte ik even de weg kwijt in het keuzedolhof. Geen nood, want ik meen toch te ontcijferen dat ik '*9' moet drukken om terug te keren naar het startmenu. Bliepbliep, vebinding verbroken. 'Thank you for calling', hoor ik nog net. Het genoegen was geheel aan mij.

Gelukkig vraag ik altijd om een bonnetje als ik pin. Deed ik in Nederland nooit, maar hier vertrouw ik het allemaal niet zo. Uit mijn portemonnee vis ik zo'n bonnetje, waaruit blijkt dat er ook buitenlanders bij Bangkok Bank werken, want iemand is zo slim geweest om het hulpnummer achterop te printen (vergeef me het bijtende cynisme, de wond is nog vers op het moment dat ik mijn gal het web op spuw). Ik bel dat nummer en slaag er in om iemand aan de lijn te krijgen, en wel de minder begaafde zus van de dame die het bandje heeft ingesproken. Nadat ik verteld heb dat mijn creditcard foetsie is, steekt ze een verhaal af. Of ze het over het weer heeft of over mijn creditcard zou ik je niet kunnen vertellen en net als ik haar op een beleefde manier wil vertellen dat ik er geen fuck van begrijp, word ik in de wacht gezet. Spannende momenten zijn dat, want de kans dat op enig moment de verbinding om onverklaarbare reden weer wordt verbroken is natuurlijk levensgroot.

Wonder boven wonder klinkt er na een minuutje of twee een verstaanbaar Engels sprekend heerschap aan de andere kant van de lijn. Een lichte jubelstemming maakt zich van mij meester. All is not last. Na een kortdate diagnose van de situatie vraagt hij mijn gegevens. Ik heb mijn rekeningnummer niet bij de hand, maar hoeveel Maarten Kallenbergen zijn er in Bangkok met een rekening bij de Bangkok Bank? Ik denk één, en jullie? Na mijn naam luid en duidelijk gespeld te hebben, vraagt de hulpverlener mij even te wachten. Geen probleem, kan nooit lang duren. Met één druk op de knop rollen mijn gegevens waarschijnlijk zijn scherm op. Mis! Ongeveer vijf minuten later meldt hij zich weer. Of ik mijn naam nog een keer wil spellen. Jawel, maar uit zijn eerdere terugkoppeling van de spelling was mij al gebleken dat hij mijn naam de eerste keer al goed had opgetekend. Na nog wat aanvullende gegevens ter controle (geboortedatum, adres, etc.) mag ik weer 'even' wachten.

Dit keer duurt het nog langer en bekruipt mij het gevoel dat ik een hinderlijke onderbreking ben van een meeslepend potje kaarten tussen de telefonische mederwerkers. 'Earth to Thailand. Major Tom to ground control. Hello???' Terwijl zijn collega de kaarten schudt voor het volgende potje, vindt mijn redder in nood weer even de tijd om mij te melden dat hij mijn creditcard nu geblokkerd heeft. Mijn telefoon vertelt mij dat hier 23 minuten en 33 seconden voor nodig zijn geweest. Zou er nog wat op mijn rekening staan of heeft er inmiddels ergens op Sukhumvit een kleermaker vlak voor sluitingstijd nog een mooie order binnen gekregen van iemand die erop stond om vooraf het gehele bedrag per creditcard te betalen?

Afijn, missie volbracht. Gelukkig had ik mijn 2.000 Baht wel uit de automaat gehaald, dus kan ik nog wel een paar biertjes drinken. De volgende ochtend meld ik mij bij het dichtst bijzijnde filiaal van de Bangkok Bank. Ze zijn nog net niet open, maar de dame die langs de balie schuifelt vraagt mij alvast wat ze voor me kan doen. Aardig. Zodra de balie open gaat, neem ik plaats op de stoel en wil mijn paspoort en bankboek overhandigen. Ze drukt echter eerst op een knop en de lichtbak boven de balie springt op volgnummer 001. De mensen die zich achter mij verzameld hebben, blijken allemaal een nummertje getrokken te hebben. Ik niet, want dat ding deed het nog niet toen ik binnen kwam. Ze heeft, net als de andere klanten, duidelijk gezien dat ik eerst was, maar het grote Bangkok Bank regeltjesboek schrijft blijkbaar voor dat klanten hoe dan ook op volgnummer geholpen moeten worden. Dat het doel van het systeem is om mensen op volgorde van binnekomst te helpen, doet niet terzake. Ik besluit de niet te winnen strijd tegen de stupiditeit niet aan te gaan en trek gedwee een nummertje: nummer 004. Een Thai in het gelukkige bezit van nummer 001 maakt gretig gebruik van deze onverwachte kans en duikt op de stoel. Gelukkig is een farang zo attent om zijn nummertje met mij te ruilen en zo stijg ik van nummer 004 naar nummer 002. Er blijkt in het grote regeltjes boek van de Bangkok Bank geen verbod op nummertje ruilen te staan, want we worden niet gearresteerd.

Zodra ik aan de beurt ben overhandig ik paspoort en bankboek en moet ik even een formuliertje ondertekenen. So far, so good. De paniek slaat echter toe als blijkt dat ik mijn rekening in een ander filiaal heb geopend. 'Mai daai', oftewel 'cannot'. Volgens de regels moet ik een nieuwe kaart aanvragen in het filiaal waar ik de rekening geopend heb. De rekening is geopend bij een ander filiaal omdat mijn vorige werkgever mijn salaris per se op een rekening van de Bangkok Bank wilde storten en me daar gedropt heeft. Ik besluit de niet te winnen strijd tegen de stupiditeit niet aan te gaan. Ik ga wel naar dat andere filiaal.

Het probleem is echter dat ik, zes maanden later, niet meer weet hoe ik daar kom. Ik vraag dus even om het adres. 'Mai daai'. Ik leg geduldig uit dat ik bij god niet meer weet waar het is en hoe ik er moet komen. Als ze het adres even willen geven, kom ik er wel uit. 'Mai daai'. Ik krijg een formuliertje voorgelegd waarmee ik contant geld op kan nemen. Dat is voor nu wel even handig, maar uiteindelijk moet ik toch een nieuwe pas hebben. Noodgedwongen besluit ik de strijd tegen de stupiditeit aan te gaan en af te dalen naar het intellectuele niveau van mijn gesprekspartners, inmiddels drie dames 'sterk'. Ik hoop dat jullie het mij vergeven dat hierbij in toon en lichaamstaal mijn verbazing en ongenoegen duidelijk tot uiting komen.
- Hoe kom ik bij dat filiaal?
- 'Taxi, sir.'
- Okay, en wat zeg ik tegen de taxi chauffeur?
- 'Yes, sir.'
- Nee, w-a-t  z-e-g  i-k  t-e-g-e-n  d-e  t-a-x-i  c-h-a-u-f-f-e-u-r ?
- 'Yes!'
- Neeheeh! W-A-T  Z-E-G  I-K  T-E-G-E-N  D-E  T-A-X-I  C-H-A-U-F-F-E-U-R !?!?
- 'To go to that branch of the Bangkok Bank'
- Maar waar is dat dan? Je kunt me toch wel een adres geven?
- 'Mai daai'.
Zo ging het nog even door. Gelukkig vind ik een bemiddelaar in een ongeveer 80-jarige Thaise kerel die beter Engels spreekt dan die drie nietsnutten aan de andere kant van de balie bij elkaar. Indien het aantal buitenlandse klanten zich in de toekomst uitbreidt, adviseer ik de Bangkok Bank om kogelvrij glas te plaatsen, voordat er ongelukken gebeuren. Je moet er niet aan denken dat O.J. Simpson in Thailand komt wonen en zijn creditcard kwijtraakt (wellicht terwijl hij in paniek vlucht van een misdrijf die hij niet gepleegd heeft). De geestelijk gehandicapte dame met een obsessie voor volgnummertjes pakt een papiertje en probeert er iets op te schrijven wat de taxi chauffeur duidelijk moet maken waar ik heen moet. De eerste drie papiertjes verdwijnen na een paar letters in de prullebak. Poging vier wordt goed genoeg bevonden om aan mij mee te geven. Als het Thaise schrift zo moeilijk is dat zelfs Thaise onderdanen het nauwelijks onder de knie krijgen, moet ik nog maar eens goed nadenken over mijn voornemen om het te gaan leren. Aan de andere kant, het is inmiddels wel duidelijk dat we hier niet te maken hebben met de meest begaafde vrucht van het onvolprezen Thaise schoolsysteem. Maandag maar eens proberen om middels het papiertje het vereiste filiaal te bereiken. Ik kan niet wachten om uit te vinden waar de reis toe gaat leiden.

Laat ik echter niet doen alsof alleen de Thaise banken nog wel het een en ander aan hun dienstverlening kunnen doen. Neem de ABN AMRO. Voor een beschrijving van het proces dat na een lange en onzekere weg leidde tot vervanging van mijn in december 2007 verloren bankpas verwijs ik naar een eerder bericht. En ja, ik raak nog wel eens wat kwijt ja.
Een paar maanden terug viel het mij op dat ik geen creditcard afschriften meer per post ontving. Even later bleek ik mijn creditcard niet meer te kunnen gebruiken. Dat gebeurde bij meerdere winkels. Probeer een Thaise winkelbediende er maar eens van te overtuigen dat je echt voor 100%, nee 1.000%, zeker weet dat je nog lang niet aan je bestedingslimiet zit. Ze blijven maar volharden: 'Maybe you spent more than you thought. You know how that goes'. Wat zijn ze toch eigenwijs, die Thaien.

Ik dus bellen naar ABN AMRO om uit te vinden wat het probleem was. Bleek dat een of andere slimmerik ernstig tekort schiet in topografische kennis en veronderstelt dat Bangkok in Nederland ligt. Hij was vast heel zeker van zijn zaak zijn toen hoe in de computer 'Thailand' veranderde in 'Nederland'. Nu is het voor een Nederlandse postbode blijkbaar teveel gevraagd om deze fout te corrigeren en de envelop gewoon even op het vliegtuig naar Thailand te zetten. Dus gaan de enveloppen gewoon retour naar ABN AMRO. In het grote ABN AMRO regeltjesboek staat blijkbaar met hoofdletter dat de betreffende creditcard in zo'n geval per direct geblokkeerd moet worden. Waarschijnljk staat er ook bij dat het een medewerker uitdrukkelijk verboden is om zijn hersens te gebruiken en eventuele, overduidelijke fouten in het adres te herstellen. Het bewuste telefoontje vond ruim twee maanden geleden plaast. Ondanks dat de brave borst du moment mijn adres heeft aangepast, heb ik sindsdien nog geen afschrift mogen ontvangen. Het kan dus niet lang duren voordat Barry van Aerle of Adri van Tiggelen mijn afschrift terug naar ABN AMRO stuurt en ik weer in een winkel in Bangkok uit sta te leggen dat ik zeker weet dat ik de kaart deze maand nog niet gebruikt heb. Ik kan het Barry nog Adri moeilijk kwalijk nemen. Nooit een interland in Thailand gespeeld en ze gaan met vakantie naar de camping op de Veluwe. Hoe moet je dan weten waar Bangkok ligt als je niet weet welke kant van de krant de voorkant is en je tijdens het Jounaal naar GTST kijkt? Geeft niet hoor, jongens. Volgens mij hebben die gasten nog een lintje ook!

Bedankt dat ik even tegen jullie aan mag schrijven om mijn frustraties af te reageren. Ik ga me geestelijk voorbereiden op het onverwachte (verbijsterende?) wat me maandag te wachten staat, als ik in de taxi stap. Wordt hopelijk niet vervolgd, maar ik ben bang van wel...

donderdag 27 november 2008

Bananenmonarchie deel 3: Amazing Thailand!

Thailand promoot zichzelf als toeristische attractie middels twee slogans. 'Land of Smiles' is voor mij een heldere en niet onverdiende claim. 'Amazing Thailand' heb ik echter altijd een wat loze kreet gevonden, zij het minder erg dan 'I Amsterdam'. Wat is er zo amazing aan Thailand? De stranden? De olifanten op straat? De tuktuks? De go-go bars? Je moet er maar naar raden. Als je maar vooral onthoudt dat Thailand Amazing is.

Na de ontwikkelingen van deze week zal niemand meer durven twijfelen aan de legitimiteit van de slogan 'Amazing Thailand'. Sterker nog, ik daag iedereen uit om met een betere omschrijving van slechts één woord te komen. Ga er maar aan staan. 'Amazing Thailand'. Briljant.

Maandag hebben demonstranten een belangrijke zitting van het parlement onmogelijk gemaakt door het gebouw te bezetten en vanaf dinsdag is Suvarnabhumi Airport bezet. Aan mijn mailbox merk ik dat de onrust ook in Nederland de aandacht trekt. Tijd dus voor een nieuw bericht in de serie Bananenmonarchie, die qua amazing-gehalte een sterk stijgende curve vertoont. Het afzetten van een premier vanwege zijn optreden in een kookshow lijkt inmiddels niet eens meer het vermelden waard.

Gebeurtenissen

Door de chaos is het misschien niet meer voor alle lezers duidelijk wat er nou eigenlijk aan de hand is. Een kort overzicht is dus wel op zijn plaats. Dat corruptie diep geworteld is in de Thaise maatschappij, en dus ook politiek, is algemeen bekend. De huidige regering bestaat uit 3 partijen, waarvan de PPP de dienst uit maakt. Dat deze partijen stemmen kopen van mensen in de arme provincies in het noorden, weten we hier ook allemaal. De PAD doet zich voor als een partij die deze praktijken zat is en wil de traditie van corruptie voor eens en altijd doorbreken.

So far, so good. In een normaal functionerende democratie probeer je dan het volk van je standpunten te overtuigen en de corrupte politici en partijen volgens rechterlijke weg aan te pakken. In Amazing Thailand probeer je de regering tot aftreden te dwingen door ze het leven onmogelijk te maken. De PAD heeft al een tijd lang het regeringsgebouw bezet en van de regering een rondreizend circus gemaakt door ook de alternatieve locaties steeds te bezetten. Bij diverse confrontaties met de politie en aanhangers van de regering zijn inmiddels doden en gewonden gevallen. Het blijkt hier niet ongebruikelijk om in dit soort situaties hier en daar een bommetje te gooien.

De PAD heeft tot nu toe met hun acties nog niet het gewenste aftreden van de regering bereikt en dus achtten de wijze leiders van de PAD het tijd voor drastischer maatregelen: het bezetten van het internationale vliegveld van Bangkok. De partij die volgens eigen zeggen het beste met het land voor heeft, deinst er niet voor terug om 'demonstranten' in te huren voor 500 baht per dag (10 euro). Het gevolg is dat alle vluchten gecanceld zijn en het land enorme schade leidt. Het toerisme was al met 46% gedaald en zal nog verder duikelen, internationale investeringen zullen terug lopen. De Thaise economie was al niet vooruit te branden en met de gevolgen van de kredietcrisis in het vooruitzicht, is de actie van de PAD een regelrechte ramp voor het land.

Achtergronden

Wat zijn de diepere achtergonden van de huidige situatie? Laat ik beginnen bij de PAD, de Peoples Alliance for Democracy. Ja, je leest het goed: Democracy! Partij van Anarchistische Debielen lijkt me een betere benaming. Deze partij weigert de stem van de meerderheid te accepteren en heeft het heft in eigen hand genomen. Ze zegt het beste met het land voor te hebben. Het wordt echter steeds duidelijker dat ze vooral het beste met zichzelf voor heeft. In dat opzicht zijn ze geen haar beter dan de regerende PPP (Partij van Parasiterende Proleten). Er is in Thailand een grote kloof tussen arm (Noord) en rijk (Bangkok). Het is de PAD een doorn in het oog dat de numerieke, in hun ogen achterlijke, meerderheid in het noorden bepaalt wie het land regeert. De doelstelling van de PAD wordt in de Bangkok Post treffend omschreven: "... to either rewrite the current constitution or come up with an entirely new charter. Its ultimate objective is to fashion the rules of the democratic game to guarantee elite representation in the elected parliament through partial appointments."

Nou valt er, gezien de grote verschillen tussen de bevolkingsgroepen, best wat voor te zeggen dat iedere groep een bepaalde mate van vertegenwoordiging zou moeten hebben. De PAD gaat er met hun acties echter volledig aan voorbij dat de huidige regering door een meerderheid is gekozen en leidt het land met hun acties naar een diepe crisis. Hun doel is nog te verdedigen, de middelen absoluut niet. De leider meldde onlangs dat de PAD doet wat het volk wil. Ik zou hem dan graag willen vragen hoe het kan dat zijn partij de verkiezingen niet heeft gewonnen. Je kunt zeggen van de PPP wat je wilt, ze hebben vorig jaar in december een duidelijke overwinning geboekt.

Deze week werd bekend dat de rechtszaken in gang zijn gezet tegen de van stemmen kopen beschuldigde regeringspartijen. Individuele leden zijn al veroordeeld en nu zullen de partijen zelf door de rechter worden beoordeeld, wat kan leiden tot opheffing. Als de PAD hun doel volgens de regels van de democratie wil bereiken, wacht ze eerst de uitkomst hiervan af. Waarschijnlijk vrezen ze nieuwe verkiezingen wederom te verliezen van hun huidige tegenstanders, die zich in nieuwe partijen zullen herorganiseren. Dus sturen ze aan op interventie van het leger en willen ze een overgangsperiode tot nieuwe verkiezingen benutten om de grondwet aan te passen. Amazing Thailand!

De naam van het leger is gevallen. Als buitenstaander vraag je je af hoe het mogelijk is dat in een land van 65 miljoen inwoners, enkele duizenden demonstanten vrijwel ongestoord meerdere regeringsgebouwen en het nationale vliegveld kunnen bezetten. Het leger heeft in 2006 al een keer een coup gepleegd, destijds om de grote leider van de PPP, Thaksin, af te zetten als premier. Dit maal heeft het leger vanaf het begin aangegeven neutraal te willen blijven. De legerleider wil zich noch voor de kar van de regering ('ik dien het Thaise volk, niet de regering'), noch voor die van de PAD laten spannen. Hij volstaat met een slap verzoek aan de PAD om de acties te beeindigen en het advies aan de regering om verkiezingen uit te schrijven ('we are just making a suggestion and will let the government decide', dat is nog eens een krachtig leger). Beide partijen trekken zich er niets van aan. De politieke krachten binnen het leger en de werkelijke agenda van de leider zijn  niet duidelijk.

En nu?

De regering wil best praten met de PAD, maar stelt herhaaldelijk dat van aftreden hoe dan ook geen sprake zal zijn. De PAD stelt dat de regering eerst moet aftreden voordat er gepraat kan worden. Een PAD-stelling heet dat geloof ik. Zelf denk ik dat de PAD de acties zover door wil voeren dat tot leger geen keus heeft en wel moet ingrijpen op het vliegveld, al zinspeelt de woordvoerder van de PAD juist op een confrontatie tussen leger en regering. Omdat het leger neutraal wil lijken, zullen ze vervolgens de regering tot nieuwe verkiezingen dwingen, dreigend met een coup. Ik zeg er gelijk maar bij dat ik er weining verstand van heb, dus het zal wel anders lopen.

Ondertussen zijn vele reizigers gestrand in Bangkok en kunnen vele anderen vanuit het buitenlandde reis naar hun vakantie- of zakenbestemming niet afleggen. Het effect op de economie zal groot zijn, maar maak je niet ongerust, een woordvoerder van de PAD heeft zojuist verklaard dat het belang van de acties de schade aan de economie ruimschoots overstijgt.
In de stad merk je er niets van, het leven gaat gewoon door. Tijdens eerdere strubbelingen in september las ik op Nederlandse nieuwssites dat de spanning hier voelbaar is en dat de Thaien aan radio en tv gekluisterd zijn. De gemiddelde Thai interesseert zich echter totaal niet in politiek, neem maar van mij aan dat het met de spanning wel mee valt.

Wel merk je dat het krediet van de PAD op raakt bij degenen die zich wel betrokken voelen. Het is onvoorstelbaar dat een zooitje anarchisten zomaar zijn gang kan gaan, maar het gebeurt wel. Only in Thailand...AMAZING THAILAND!!!

Hoe werkt die wekker ook al weer?

Na mijn tour de force over de ware aard van de Thai, nu weer eens een stukje over hetgeen waar het in dit blog en in het universum echt om draait: IK.

Vanaf maandag 1 december is het weer gedaan met het uitslapen (je raakt eraan gehecht). Ik ga namelijk aan de slag als Senior Research Manager bij InsightAsia. Laat je niet op het verkeerde been zetten door het palmboompje in hun logo, er moet echt gewerkt worden.

Bij CSN kreeg ik na een kort gesprekje een aanbod, wat ik destijds gretig accepteerde. Ditmaal ging het gelukkig wat zorgvuldiger. Ik heb met 4 mensen een interview gehad en heb het team dat ik ga leiden ook kort ontmoet. InsightAsia bestaat zo'n 10 jaar en is in die tijd sterk gegroeid. Er werken leuke mensen en er heerst een goede sfeer. Ze hebben ook een goed reputatie in de markt. Het hoofdkantoor is in Singapore gevestigd en ze zijn ook aanwezig in Maleisie, Indonesia en China. Daarnaast doen ze zaken in India, Sri Lanka, Vietnam, Philippijnen en Hong Kong. De aanwezigheid in de hele regio kan op termijn van belang worden omdat ze al ideeën hebben voor een internationale functie na 2 jaar. Nou kijk ik zelf niet zover vooruit, eerst maar eens kijken of het van beide kanten bevalt, maar het is wel prettig om te weten dat ze een lange termijn planning voor me hebben. Een verschil van dag en nacht met CSN.

Tijdens de sollicitateprocedure heb ik veel contact gehad met HR director Jocelyn. Ze werkt vanuit Singapore. Ik heb haar één keer in Bangkok ontmoet en verder veel telefonisch contact gehad. Haar woordenschat in het Engels is erg goed, in tegenstelling tot haar uitspraak. Probeer maar eens een telefonisch sollicitatiegesprek te voeren met iemand die je heel slecht verstaat. Zo nou en dan kun je nog wel vragen of ze iets wil herhalen, maar natuurlijk niet te vaak. Gelukkig praatte ze tussen de vragen door veel, waarbij ze lang van stof was en zichzelf veel herhaalde. Hoefde ik haar niet al te vaak om een replay te vragen.

Mijn tweede gesprek was met de Indische CEO, één van de twee oprichters. Energieke kerel die beter is het in afvuren van vragen dan het luisteren naar het antwoord. Hij had wel een originele benadering. Ik moest op een flip-over opschrijven wat ik het bedrijf te bieden had.
Later nog een derde gesprek, met een Thaise manager die zowaar zeer goed Engels sprak. Tijdens het gesprek nog even geverifieerd of ze echt Thais is.

Uiteindelijk een aanbieding gehad en hoewel ik nog een aanbieding zou krijgen van een ander bedrijf, heb ik vanwege mijn goede indruk van InsightAsia de baan geaccepteerd. Echter niet voordat ik enkele wurgclausules uit mijn contract moest onderhandelen. Opzegtermijn van 3 maanden en ik kon alleen opzeggen aan het eind van een kalenderjaar. Bovendien zou ik na vertrek 12 maanden lang niet voor een ander marktonderzoekbureau in Thailand mogen werken. Gelukkig heb ik na wat touwtrekken alles terug kunnen brengen naar normale proporties. Opzegtermijn van 2 maanden en de andere bepalingen geschrapt. Toen ik merkte dat ze redelijk flexibel waren, heb ik ook mijn bonusafspraken nog wat kunnen upgraden. Al is het met de huidige economische en politieke malaise nog maar de vraag of die bonus haalbaar wordt.

De economische malaise gaat dus gelukkig nog even aan mij voorbij. Ik ga er qua salaris aardig op vooruit, om precies te zijn 40% (exclusief bonus), van weinig naar redelijk. Dat is wel zo prettig want nu het er op lijkt dat ik nog wel een tijdje in Bangkok zal vertoeven, wordt het van belang om ook eens wat op zij te kunnen zetten. Anders eindig ik na mijn pensioen als zwerver en het is hier als gezonde farang lastig concurreren met Thaien zonder ledematen en moeders met met schattige kleine kindjes. Een ongelijke strijd, maar het is nu eenmaal oneerlijk verdeeld in de wereld (daar weten zij alles van).

Nu heb ik al wel een paar keer westerse bedelaars gezien. Twee of drie keer mannen, onder wie een Nederlander, die er bepaald niet als zwerver uit zagen en op een stuk karton hadden geschreven dat ze geld nodig hadden voor een vliegticket naar huis. (Zou het trouwens helpen om te vermelden dat je Hollander bent? Duitse toeristen kun je waarschijnlijk afschrijven, Nederlanders wellicht ook.) Als ik zo'n kerel zie, dan denk ik: als er thuis echt niemand is die dat geld wil voorschieten, dan moet je wel een enorme klootzak zijn. Ik schenk mijn kleingeld liever aan iemand die zich zonder benen probeert voort te bewegen (de vedettes onder de bedelaars). Die haalt vast genoeg geld op voor protheses, maar beseft waarschijnlijk dat hij die beter thuis kan laten als hij gaat 'werken'. Laatst werd er één geschopt door een politieagent omdat hij in de weg lag bij de marktkraampjes waar de toeristen langs drentelen. Ik kon aan de gezichten van de omstanders zien dat ik niet de enige was die oom agent even onder handen had willen nemen. In Nederland aarzal je geen seconde om een agent eens goed op zijn bek te rammen. Hier mag dat niet.

Afijn, ik dwaal af. Ik zou het over mezelf hebben en niet over beklagenswaardige sloebers voor wie deze maatschappij geen mededogen heeft. Maandag moet ik naar Singapore vliegen om een visum te verkrijgen dat mij toestaat om te werken. Zal ik toch eerst met een kogelvrij vest naar het vliegveld moeten om een dwaze menigte vriendelijk te verzoeken om op te donderen, voordat er ongelukken van komen. Zou het indruk maken?

woensdag 19 november 2008

De Thai en the Land of Smiles

Thailand weet zichzelf bij toeristen uitstekend aan te prijzen met de claim ‘Land of Smiles’. Bekijk een vakantiegids of internetsite over Thailand en steevast wordt de vriendelijke gastvrijheid van de Thai geroemd. De werkelijkheid is meestal anders dan in de reclame wordt voorgespiegeld. Hoe zit dat nou met Thailand?

Na een jaar lang vooral over mijn eigen belevenissen bericht te hebben, wordt het eens tijd om de schijnwerper op mijn Thaise medemens te richten. Het uitlichten van de Thai is geen makkelijke taak. De Thai is in al zijn simpelheid namelijk een complex wezen. Niet voor niets worden de Thai binnen de regio Zuid-Oost Azie als eigenheimers gezien.

Toch ga ik hier een poging doen om de Thai voor jullie te ontleden. Hierbij zal ik dankbaar gebruik maken van de gedachten van anderen. Op de site stickmanbangkok.com schrijven mensen ‘stories about their experiences, adventures and general thoughts on life in Thailand’. Tussen de vele inzendingen zijn hier zeer intelligente en voortreffelijk geschreven analyses te vinden over diverse kanten van de Thaise samenleving die nogal anders zijn dan wij als Westerlingen gewend zijn.

Jullie zullen al gauw merken dat deze observaties overwegend negatief zijn. Van sommige schrijvers vraag ik me af waarom ze in godsnaam in Thailand zijn als alle Thai klootzakken zijn. De negatieve teneur zal wel komen doordat men eerder op het keyboord klimt om te klagen dan om de loftrompet te steken (dat hoef ik ons Nederlanders niet uit te leggen). Hoewel ik moet toegeven dat de kritiek, vanuit Westers oogpunt, veelal terecht is, vind ik dat het niet in dezelfde mate op alle Thai van toepassing is.

Niet iedere Amsterdammer heeft een grote bek, niet iedere Leidenaar is dom en niet iedere Katwijker bedrijft incest (al doet een blik in het telefoonboek anders vermoeden). Zo is het ook met de Thai. De typeringen die je in deze publicatie vindt, zijn soms wat overtrokken, maar in de kern juist. Daarom maak ik gretig gebruik van de observaties van mijn mede-expats om mijn punten te illustreren, daarmee het risico lopend dat mijn verhaal een te negatief beeld schept. Neem het niet al te letterlijk. De beschrijvingen zijn zeker niet op alle Thai van toepassing. Heb ik julie nieuwsgierig gemaakt? Vooruit, een klein voorproefje van wat komen gaat:

“The famous Thai smile is only frosting on the cake; what the cake is like, only those who have tasted it know. Thailand's greatest admirers are those who have spent two days in the country, mostly foreigners who have no idea of what life here really is. They nod wisely and say that the Thai "really know how to live" and "know the value of an easy life". They do not guess to what extremes of laziness and irresponsibility this philosophy is carried, or how great is the disregard for order and civilized behaviour.”

Dat is nogal een statement. In mijn ogen te ongenuanceerd. Toch valt met geen mogelijkheid te ontkennen dat er achter de bekende glimlach een verbazingwekkende wereld schuil gaat. Om enige orde te scheppen in het toneelspel waarin wij als buitenlanders (farang) mogen figureren zolang we ons niet met het script bemoeien, bespreek ik de mores van mijn gastheren en dames puntsgewijs.

Oppervlakkigheid

De wortel van vrijwel alles dat ‘typisch Thais’ genoemd kan worden is in mijn ogen een voor westerlingen schokkende oppervlakkigheid. Deze ‘kwaliteit’ domineert de samenleving en leidt tot een aantal zeer typerende en weinig bewonderingswaardige kenmerken. Uiterlijke schijn is hier alles. Klasse, ras, kleding, eigendommen is wat hier telt. Thai hebben geen oog voor inhoud, alleen uiterlijk telt. Nou ga ik hier niet beweren dat uiterlijke schijn in onze westerse maatschappij geen rol heeft, maar de verhouding tussen uiterlijk en inhoud ligt hier geheel anders. Westerlingen zullen op zijn minst de schijn op willen houden dat inhoud telt en niet graag toegeven dat ze op uiterlijk afgaan. We zijn immers opgevoed met het idee dat inhoud belangrijk is. Daar hoef je hier niet mee aan te komen.

“Thais are blank people. Let’s say shallow, if you prefer. This country has no history, only myths and legends. The history they have is created by their National Identity Board. Nothing is serious here. Everything is a joke.”

“Conversations with Thais often seem to revolve around the same old subjects and this in itself makes language-learning harder. You find yourself dragged into repeating the same conversations with everyone: do you have a Thai girlfriend; beautiful Thai girls; farangs have lots of cash; Thais are ‘jay dii’; English is difficult; Thai food is spicy etc. If you stray outside these narrow confines they seem to regard you as eccentric.”

Educatie

Voordat ik een aantal uitvloeisels van de oppervlakkigheid bespreek, richt ik me eerst op de oorsprong: educatie. Thai worden op school niet gestimuleerd om na te denken.

“I read some schoolbooks for language practice and was struck by quite how little these books encourage children to think for themselves and how much is laid down and spoon-fed to them.”

“When I went back to Europe I noticed the difference when I watched a TV station for children. In the West, children are motivated to ask questions. In Thailand they are told to shut up and accept, never question anything.”


Een Thai, een deel van de hoog opgeleiden daargelaten, ziet het analytische proces als vermoeiend en pijnigend, en daarmee als iets wat het vermijden waard is.

“They are far more interested in the form or style of something than the components that make up the object of interest; initially I tallied this mentality up as a lack of an intellectual tradition that rewards insight, forethought, and forward planning, and the inability to identify problems before they smack you in the face. I have now come to believe that this perspective is a result of two things, an educational system that basically teaches rote memorization rather than analysis, and a general lack of interest in learning for its own sake...I’ve known lots of Thais with a higher education, but very few of these people could be considered intellectuals. They had a degree that gave them a certain status and a job, but they were not particularly curious about the world and their analytical abilities were minimal.”

“There is a long held joke in U.S. society about the dumb blonde that has been around for so long that today the caricature is a standard form of saying someone may look nice, but they are stupid. To be blonde is to lack intellectual substance. In a way, the Thai are the blondes of Asia. The Thais are wonderful people and the women are pretty, sexy, and fun, but they are also not an intellectual force... in any way. You may enjoy looking at them, and having fun with them, but long run commitments to them soon become tiresome as there is little intellectual curiosity that creates a long-term interest; the longer I am with them the more I feel that I’m taking care of a child, not dealing with someone who is supposed to be an adult.”

“Have you ever heard that a Thai national won the Nobel prize? I checked on the Nobel website. I did not find one. Look it up again, maybe you will have better luck. But of course, hosting a Miss Universe competition is almost as prestigious.”

“Thais often fail to notice a driving force that would result in an accident or a potential future development that would result in a major problem in their life. They are, however, masters at the art of the superficial; if I needed a haircut, hadn’t shaved, or I was wearing a pair of pants and shirt that didn’t match (according to Thai fashion) it would be noticed by everyone.”

Op internationale scholen en universiteiten in het buitenland staan Thaise studenten te boek als van het meest luie soort, slechts geinteresseerd in het bepalen van een papiertje met zo weinig inspanningen (ik geef toe, in mijn geval gaat het verhaal van de pot en de ketel hier enigzins op). Waarom hebben ze deze mentaliteit? Omdat het er in Thailand nauwelijks toe doet welke kwaliteiten ze ontwikkelen. In hun verdere carriere gaat het om hun diploma’s, afkomst en contacten.

“One Thai gal at my graduate institution [in het westen], stood out among the others as she was both quite pretty and also seemed to change boyfriends every year, both Thai and farang. In three years I knew her, she had three separate boyfriends. Later, I learned from one of the boyfriends (farang) that at first he couldn’t believe his good luck in landing this gal, but over the course of the year he found that she was increasingly asking him for help with her school work, and by the end of the year he had written about half of her Master’s thesis before he graduated, moved, and they broke up. No worries though, as the next year this gal had a new boyfriend and was finally able to finish up that pesky thesis and return home triumphant in her ‘educational’ success! I know her last boyfriend (a Thai) felt a bit used by the situation, which just goes to show that it isn’t just the farang who can be duped by the pretty face and great smile. These reflections are just a few examples of the Thai students whom I have met over the years, and I am amazed at how adept many of them were, especially the women, at obtaining ‘help’ in their studies.”

Gezichtsverlies

Een belangrijk uitvloeisel van de, in voorgaande bloemlezing op de Thaise intellectuele gaven, geroemde oppervlakkigheid is de angst voor uitdagingen en confrontaties. Het leven van een Thai is primair gericht op gemak en ze zijn geprogrammeerd om potentiële moeilijkheden ten koste van bijna alles uit de weg te gaan. Omdat uiterlijke schijn hier zo belangrijk is, zijn ze als de dood voor gezichtsverlies. Waar we in onze samenleving bewondering hebben voor mensen die hun nek uit durven steken en beslissingen durven nemen, zal een Thai zich in de meest vreemde bochten wringen om dergelijke situaties te vermijden.

Let wel, we hebben het hier niet alleen over situaties waarbij iets belangrijks op het spel staat. Je kunt een Thaise serveerster het zweet doen uitbreken door om een kleine afwijking van het standaard menu te vragen. Ze houden graag vast aan vaste procedures waarvan ze zeker weten dat ze die uit kunnen voeren. In iedere afwijking daarvan, hoe klein en onbetekenend ook, zien ze een potentieel probleem.

Het was mij al snel opgevallen dat je een Thai beter niet om een mening kunt vragen. Ze kijken je verschrikt aan alsof je net hebt gevraagd of je even een maandsalaris van ze mag lenen. Waarom voelt de Thai zich zo ongemakkelijk als ze om een mening gevraagd wordt? Ten eerste hebben ze er meestal geen, daarnaast durven ze hem niet te geven. Stel je voor dat jij een andere mening hebt. Dat zou toch wel heel pijnlijk kunnen zijn. Probeer een Thai maar eens een mening te ontfutselen als je in Thailand bent. Je zult zien dat ze ongemakkelijk gaan glimlachen en zo snel mogelijk een ander, luchtig, onderwerp aansnijden.

“The average Thai is PETRIFIED of upsetting people - and of the consequences of that, so they simply shut up. This aspect of the culture is stifling.”

“If you ask a Thai at a meal if their food is good, they will often just answer yes (‘aroi’) and leave it there, without elaborating further – a one-word answer. It hardly makes for bubbling conversation. If you ask for an opinion you are in trouble, even if it is something trivial like which colour car they prefer. Indeed, some Thais can seem quite disturbed if you unkindly insist on asking them for their personal opinion.”


Integriteit

Waarschijnlijk de grootste doorn in het oog van de farang is een enorm gebrek aan integriteit. Liegen is in Thailand geen vies woord, maar een gedoogd middel om gezichtsverlies te voorkomen. Waar wij liegen als een zeer slechte eigenschap zien en we geen notoire leugenaars in onze vriendenkring dulden, accepteren de Thai elkaars leugens omdat het slechts het hogere doel van ‘keep face’ dient.

“Thais seem to lack even the basic moral fibre and integrity that should be a requisite of any decent progressive society.”

“Part of the problem is that Thais try and accommodate every one with whom they come in contact and perhaps because they are always in search of their own identity, they try hard to be all things to all people. This is very different from the Western European culture that I grew up in, which suggests that compromising your integrity for the sake of others is tantamount to making a pact with the devil, and there are clear firm lines of demarcation between right and wrong and honest and dishonest behavior.”

“They have an impressive ability to rationalize actions that seem to Westerners to be in contradiction with their cultural - ethical system.”

“The Thai try very hard to be all things to all people. They befriend everyone with the goal that they can play one group off against the other as the need arises.”

“Thais are particularly good at using their skills to mislead or deceive others, especially us farang; and often times we are either too ignorant, too blind, too stupid to see what is happening, or just simply in denial.”

“The Thai seem to think that they will never be caught in a lie and even if they do they believe that they can either sweet talk their way out of the situation or their countrymen will take note of the lie but try gloss over the situation, once they both realize that the lie has been caught, in order to help the perpetrator from losing face.”

Status

In al hun oppervlakkigheid hechten de Thai een enorm belang aan status. Wie je bent is belangrijker dan wat je bent. Thaien hebben een sterk gevoel voor hiërarchie, wat onder andere tot uitrdrukking komt in de taal. Als Thai met elkaar praten, is de woordkeuze deels afhankelijk van elkaars relatieve positie op de sociale ladder. Afkomst is hier bepalend voor je mogelijkheden in het leven en voor veel vrouwen is het een belangrijk levensdoel om ‘omhoog’ te trouwen en vervolgens hun verworven rijkdom te tonen.

“Delirious with endless visions of gain, SE Asia has gone blind to worth. Human connections seem not so much as grounded in value here, but used for valuable goods and experiences. Boyfriends are commodities. Everything is used for a purpose, but the purpose seems so obviously a tangent from what is important. Power more important than the love and good uses it seeks. Status more important than the friendships it could open the door to. The goals are tangential to anything truly valuable. Get married to be married. Pray so that you pray. Empty rituals with no respect for the soul they could foster.”

“Thais are very conscious of wanting to be all things to all people, and they spend incredible amounts of time and energy working and hoping that they are never pinned down to prove or manifest their abilities in an area that they have superficially made claim. This is why Thais have become masters of deception and duplicity, which helps them to avoid embarrassing situations while still allowing them to come off looking good.
The gatekeepers of status, class, and hierarchy in Thai society are the women, the wives who benefit from the wealth, status, and respect that is a result of their husband’s occupation. Because traditionally Thai women didn’t have many opportunities to generate or expand this status on their own, they now make damn sure that everyone knows how important they are.
If you confront westerners about their lack of substance, and its value, they will generally concede that we have increasingly focused on form, but that it is the substance that really is more important to the system which allows us to have our superficial lives. Thais usually can’t even understand this argument.”

Geld

Nauw verweven met status is het belangstelling van de Thai voor geld. Nou bedoel ik nog niet eens de lieden waar iedere toerist op zijn eerste dagje Bangkok door wordt bestookt. Dat zijn de uitzonderingen die zich verzamelen op plekken waar ze verzekerd zijn van een dagelijkse aanvoer van argeloze toeristen. Ook de gewone Thai is sterk gefixeerd op geld, want geld betekent status, en status is het belangrijkste in het leven.

Bij CSN had ik een leuke collega. Schat van een meid, een van de weinigen die nauwelijks Engels sprak en toch vrolijk groette en een babbeltje probeerde te maken. Op mijn laatste dag ging ik even afscheid nemen. Ze wenste me tot drie keer toe een baan toe waar ik veel geld mee zou verdienen. Lief bedoeld, maar zie jij je Nederlandse collega die je nauwelijks gekend hebt bij het afscheid een forse salarisverhoging toewensen?

“Is it possible that the depth of perception of a wealth gap between foreigners and locals is a barrier in many ways? I have been embarrassed when this has been brought up, as I rather naively want to bumble on ignoring this factor. Why do Thais talk about money so much?”

“Nok immediately got hold of my mobile phone and attached a small cord with some plastic icons on it. She explained that these are old Chinese symbols that would bring me "big money". Obviously this is more important than long-life or good luck as she did not mention that these Chinese signs mean this as well, as I later found out. I still keep it on the phone though - my investments cannot get much worse anyway...”

Het relaas van een Thaise dame die haar geluk in Engeland zocht en vond:

“When I went to visit my family back home in Thailand with my husband and the kids, people always tried to find out about how much money did we bring with us or would my husband earn more than the girl next door's husband. If not I am a loser and they have never asked me about how my husband has been with me. Is he kind or being a good husband or a good father or not? They are always interested in his wallet!
I started sending money home to help my parents, bought them a pick up and my brother a car and bought a holiday home in Rayong. Guess what! Still not good enough! No one ever said a thing to me in a good way. They always said other girls in the village or the next village were better than me at finding the richest hubbies on the planet.
My god! Thai people are so shallow and sometimes can be so selfish and so greedy! Money is everything for them and that is why so many girls end up working in Pattaya, Patpong, Phuket with sex tourists, and this is how all horrible stories begun. Girls got screwed up by their own families and become bitter in life then took revenge on their clients instead! Farangs are just ATM machines for them all! I have known so many
[Thai] girls in the UK. 9 out of 10 betrayed their husband, no doubt! Thai girls will jump into bed with the guy they fancy without a second thought or once the husband's bank balance has dropped, she will look for the next Mr. Big Wallet. Can you see now why I am not proud to be Thai? I feel ashamed sometimes that Thai girls are so cheap.”

Nationalisme

Het nationalisme wordt er bij de Thai al op vroege leeftijd ingepeperd. Op een internet forum werd het mooi omschreven als een ‘us & them’ mentaliteit. Thaien zien zichzelf anders dan de rest en aan dat idee valt niet te tornen.

“Thais truly and arrogantly believe they are the be all and end all, the centre of the earth.”

“I have often thanked a Thai for their help in something or other by saying that they are kind (good heart: ‘jai dii’). They will then reply that this is because they are Thai – and indeed there it is in the textbook: Thais are taught at school that all Thais are ‘jai dii’. And so they are.”

“Thais get annoyed easily with foreigners. Every conflict you have in this country will boil down to: You are the outsider and they are the Thais, the masters of their kingdom. You are guilty, because you disturb their elaborate Hobbit system, you don't conform.”

“The thing that bugs me about Thais, and this is really not their fault, is that they know so little about their own country and its history. Thailand’s Education Department, especially pertaining to secondary education, should be re-named the Department of Thai Nationalism.”...”
[They] are more or less products and propagators of the official meta-history of Thailand, a history that intends to blame all of Thailand’s problems on foreigners. Whether the foreigners are Burmese, Cambodians, Lao, Malay, British, French, Japanese, Vietnamese, Chinese Communists, and last but not least, Americans doesn’t really matter, because in the end, the Thais will always make sure that their problems are somebody else’s fault.”

Racisme

Van status en nationalisme is het een kleine stap naar racisme. Een zeer beladen term, die niet lichtvaardig in de mond genomen moet worden. Ik durf echter vol vertrouwen een discussie aan met een ieder die bestrijdt dat de gemiddelde Thai een racist is. Buurlanden als Cambodja en Birma zijn aanmerkelijk armer dan Thailand. Het is ongelofelijk om te zien hoe onbeschoft de Thai tegen deze mensen kunnen zijn. Geen enkele vorm van respect. En waarom? Omdat ze arm zijn.

Zelfs binnen de eigen landsgrenzen is er sprake van racisme. Het noord-oosten van Thailand is met afstand de armste regio van het land, waardoor ze in Bangkok als minderwaardige vodden worden gezien. Daarnaast hebben ze ook nog eens een donkerdere huidskleur. Dat is natuurlijk geen gezicht! Eén van de belangrijkste zaken in het leven van een Thaise vrouw is de kleur van haar huid. Hoe lichter hoe beter. Persoonlijk vind ik het geen gezicht als ik ‘s ochtends in de metro sta en ik zie al die gezichten vol met poeder. Alsof ze head first in een bak met meel zijn gevallen. De zon is een Thaise vrouw’s grootste vijand.

“Thais are openly and downright racist towards their fellow countrymen if they have a darker skin, live in the provinces or are of a certain perceived different class.”

Er is nog een lager soort mens dan een Cambodjaan of een Birmees: een neger. Wat zijn die zwart! Quote van een meisje waar ik laatst een praatje mee maakte in een poolbar: “Ik hoop niet dat ik zo tegen die ‘black man’ moet spelen”. Toen ik herhaaldelijk vroeg waarom ze een hekel had aan negers, kwam er niet meer uit dan dat ze er niet aan moest denken dat ze zwarte kinderen zou baren.

De Thai schijnen geen reden nodig te hebben voor racisme. Als je in Nederland (of andere westerse landen) aan iemand vraagt waarom ze een hekel hebben aan bepaalde bevolkingsgroepen, kun je tenminste nog een beredenering verwachten (daar kun je het dan al of niet mee eens zijn). Een Thai heeft geen beredenering nodig. Kunnen ze ook niet geven, want daarvoor schiet het analytisch vermogen te kort. Ze hebben geleerd dat zij Thai zijn, en dus gelijk hebben, en verheven zijn boven alles wat armer en donkerder is.

Ik heb in bars en restaurants plaatsvervangende schaamte gehad bij de ‘service’ die negers krijgen. Voor de eerlijkheid moet ik toegeven veel Afrikanen en Arabieren wel een lesje omgangsvormen kunnen gebruiken, maar ook als ze vriendelijk zijn worden ze vaak met de gele nek aangekeken. Over de tolerantiegrens van Thaise scheidsrechters jegens zwarte spelers heb ik al eerder geschreven. Heftig protesteren kan ze al op een rode kaart komen te staan, terwijl een kickbokstackle door een Thaise speler als een ongelukje worden afgedaan.

Farang

Hoe kijkt een Thai dan aan tegen een westerling? Oei, dat is een flinke uitdaging voor de Thai. Enerzijds dwingt het nationalisme de Thai om ook neer te kijken op de westerling, Thai gaat immers boven alles. Aan de andere kant zijn er redenen om tegen de farang op te kijken. Om te beginnen is daar de blanke huid, daar hebben we niet eens poeder voor nodig. Daarnaast is daar de grote rijkdom. Bij een farang groeit het geld letterlijk op de rug, en dus is alles geoorloofd om hem op wat voor manier dan ook van wat biljetten te ontdoen.

Dan is daar ook nog eens die geweldige westerse cultuur, met zijn Hollywood films, sterren als Britney Spears en David Beckham, culinaire hoogstandjes als McDonalds en KFC, en natuurlijk de coole gadgets als mobiele telefoons en mp3 spelers. Pak een Thai zijn mobiele telefoon af en zijn eigenwaarde daalt sterker dan de AEX tijdens de kredietcrisis. Laatst werd ik er nog door een Thai op gewezen dat ik een toch wel beschamend oud model telefoon had. Ongelofelijk, een farang heeft toch geld genoeg om de nieuwste telefoon te kopen. Ik kreeg bijna het gevoel dat ik me moest gaan verdedigen.

De Engelse taal is ook helemaal cool. Een Thai oefent graag zijn Engels met een farang, ondertussen de eventuele wens van de gesprekspartner om de Thaise taal te oefenen negerend.

“Thailand seems to have a fixation with English – but nowhere else is there such a gulf between a country’s enthusiasm and its ability.”

Thai zijn ook dol op T-shirts met Engelse teksten, hoe stupide ook (in de meeste gevallen weten ze toch niet wat het betekent). Als je hier een tiener ziet met een shirt met ‘John, Paul, George & Ringo’, hoef je niet te vragen wat hij van het ‘White Album’ vindt, want hij heeft geen idee waar je het over hebt.

“If you see a T-shirt with Thai characters on it, then you are looking at a foreign tourist; Thais will only wear T-shirts with English characters.”

Om de vraag te beantwoorden hoe een Thai tegen de westerling aankijkt: het verschilt nogal. Bij sommigen wint het nationalisme en vindt men ons maar rare snuiters. Anderen kijken op tegen de farang’s rijkdom en cultuur. Het is maar goed dat Aziaten zo lenig zijn, anders zouden ze door deze spagaat hun liezen scheuren. Hoe dan ook, de farang is bovenal anders en wordt dan ook uitdrukkelijk zo behandeld. Sommige Thai zijn ronduit spastisch in hun houding ten opzichte van farang.

Alleen al het onvermijdelijke gebruik van het woord ‘farang’ is menig westerling een doorn in het oor. Het komt gewoon erg racistisch over. Het ergste is dat de Thai daar geen moment bij stil staan (en er vaak niets kwaads mee bedoelen). In hun ogen is er gewoon een duidelijk verschil tussen Thai en farang, terwijl wij graag als medemensen gezien worden.

“At times Thais seem obsessed by farangs, even when one’s foreignness is of no relevance whatsoever. Once, I wanted to get off a minibus and so hailed the driver. I was then joined by a chorus of helpful voices calling out: ‘the farang wants to get off’. Why not ‘someone wants to get off’? (The monkey wants to get off.) I was really quite put out. In Europe would we call out ‘the yellow man wants to get off’? Clearly not! Asia really is racist at times.”

“The message would seem to be that farangs are expected to live in a parallel world and not intrude into the Thai world. Maybe life is good like that. Indeed, given my difficulties, it would seem that those wise foreigners who have barely learned a single word of Thai have made a much better choice than I, who has struggled
[to learn Thai] and failed to find any kind of place in some sort of Thai world.”

“As a population, Thai people on the whole are generally lazy and unreliable, they have little if no morals, at best they will look on you as a strange curiosity, at worst (more times than often) as a walking ATM, and no matter how long you live here, no matter how much you contribute to either the local or your adopted family’s economy, you will never be fully accepted or truly integrated here.”

Ik heb het gevoel dat de rare houding die de Thai aannemen richting farang, grotendeels voortkomt uit onzekerheid. Hoewel ze op jonge leeftijd leren dat alles aan Thailand geweldig en superieur is, voelen ze zich inferieur, zowel intellectueel als materieel, waarbij het laatste uiteraard zwaarder weegt.
Ook creëert het gebrek aan Engelse taalvaardigheid een barriere. Wat ik erg vreemd vind is dat dit de Thai onzeker lijkt te maken, terwijl we in hun land zijn. Hun ontzag voor de westerse cultuur en taal is blijkbaar zo groot dat ze het gevoel hebben ernstig in gebreke te zijn wanneer ze in contact staan met een farang en de Engelse taal niet goed beheersen, resulterend in een soort angst. Thai die Engels spreken gedragen zich namelijk aanmerkelijk normaler en met meer zelfvertrouwen richting farang.

Taal

De Thaise taal is gebaseerd op tonen, en daardoor voor westerlingen lastig te leren. Je hebt het in Bangkok ook niet echt nodig, al is het soms handig. Toch is het leren van Thai goed om een beetje in te burgeren, respect af te dwingen en te scoren bij de dames, zou je denken. Fout!

Hoewel een Thai positief verrast is als je een beetje Thai kunt brabbelen, kun je het geen oprechte waardering noemen. Het is meer een soort reactie alsof je een kunstje geleerd hebt. Een grappig, doch irrelevant kunstje.

Boze tongen beweren dat de Thai er niet op zitten te wachten dat je als farang hun taal beheerst. Het maakt het lastiger om je te bedriegen. Of dat waar is weet ik niet. Wel irriteert het me soms dat de Thai vaak zo weinig behulpzaam zijn als je de taal een beetje wilt oefenen.

“Before I consider taking another Thai class I would ask the Thais to make a little more effort towards the foreigners who are luxuriously willing to learn their microcosmic language. But of course, this will not happen. Thailand will stay Thailand forever. Stubborn like its national animal, the water buffalo.”

“I don’t know why Thais don’t realise how insensitive, hurtful and plain rude it is to rebuff your valiant efforts to speak their language by answering in English.
If you order in Thai at a noodle shop, implying quite clearly that you have been able to read and understand the Thai script in the menu, you will sometimes get the confirmation in English: ‘So, one fried nooden’ (i.e. ‘noodles’) – to which the answer should really be ‘No, I ordered gway thiaw pad khii maw’.”

“That I could speak Thai was frequently viewed with suspicion. Was this just because it meant I could read their little notices in Thai, for example telling Thais that they had a cheaper rate than foreigners at a certain internet café? Or what else do they want to hide; what are they so ashamed of? I don’t see anything in the country to be ashamed of.
In any other country in the world, taking an interest in that country is generally appreciated - but apparently not in Thailand.”

“I tried to learn Thai, I had a teacher coming to my apartment for private lessons three times a week for two hours. I did something similar in Kenya and I could speak basic Swahili within three months. In Thailand I never came close. Why? My main reason to give up on it was, that when I learned Swahili in Kenya I could immediately go to the street and throw my new learned words at the people. And they responded, often corrected me, but I was very happy that they understood me and I was proud, that I could speak their language. In Thailand, well you learn a new word and you try it on somebody, you get a blank look on the person's face. The Thais will let you repeat it ten times until you get the right tone by accident and then maybe, just maybe, catch it. If the Thais are not more energetic about foreigners learning their language, I am not willing to learn Thai better.”

De ervaring van de laatste schrijver dat de Thai (doen alsof ze) je niet verstaan deel ik niet. Ik denk dat hij toch wat aan zijn uitspraak moet doen. Ik sta soms versteld hoe Amerikanen de Thaise tonen met hun geknauw vermorzelen tot iets waarvan ik me niet kan voorstellen dat een Thai er iets van zijn eigen taal in herkent.

Wel overkomt het ook mij vaak dat mijn wat stuntelige, doch verstaanbare Thai wordt beantwoord in het Engels. Of ze praten zo snel in het Thais dat je zelf maar overschakelt naar het Engels. En ook al probeer ik stug vol te houden in het Thai, er moet en zal Engels gesproken worden. Dat hoort blijkbaar zo, ondanks dat we in Thailand zijn.

Vriendschap

Relaties, of het nou gaat om vriendschap of liefde, schijnen hier anders te worden beleefd dan in onze wereld. Bij ons zijn relaties een doel op zichzelf, voor de Thai een instrument om hogere doelen als status, geld en vermaak te verwezenlijken. Ik kan hier zelf nog niet veel over meepraten, maar heb al wel gemerkt dat de omgang met Thai weliswaar zeer plezierig, maar ook (daar heb je het weer!) nogal oppervlakkig is.

Dit geldt al voor contact tussen Thai, laat staan voor relaties tussen Thai en farang. Vriendschap tussen Thai en farang zie je dan ook niet veel. Je hebt hier aparte uitgaansgelegenheden voor Thai en farang, de laatste worden uiteraard ook bezocht door vrouwelijke ‘gold diggers’.

“One of the things that really annoys me about Thai ‘friends’ is that they are only your friends when things are going well, while in bad times, they will desert you for the other side. Are these friends?”

“In my formative stages of studying Thai, Thai culture, and Thailand, I came across one scholarly work which argued that Thais don’t really have friends in the same sense as Westerners, as Thai friendships are more like foreign relations among countries. This is because Thais never fully trust the individuals whom they refer to as friends; in fact they may not even like the folks in their ‘phuen fung’ (circle of friends), but that they make certain to maintain contact and some sort of relationship with these individuals. This is because they never know when someone’s assistance might be needed. It is best to never completely sever ties with anyone, but rather keep in contact (minimal) with as many people as one can, while the ‘circle of friends’ will be constantly in flux.”

“I am always amazed to see that many girls here have no real friends. The have classmates or other girls they know from somewhere formal. But I doubt that you can compare it to our ideal of friendship. It is much more shallow. The friends they know are in most cases not friends they consciously chose to be with. I am not sure if I am right on this one. But let me explain what I mean. I can meet any person anywhere, and when I find him or her interesting, we can become best friends. I don't mind if he or she is rich or poor or whatever. Here it is not like that. They need to be properly introduced to each other and them being together needs to make sense for themselves. They can not tell their family: This is Amy and I met her at the video shop or the 7/11.”

“Thais have a deserved reputation as nice, friendly people; they live in the Land of Smiles (why is it called that?). I found them unfailingly polite, but it was almost impossible to break through the shyness and distance to find some good old-fashioned human warmth. I was struck by quite how impassive their faces can often be when they talk to each other. Friendship in Thailand appeared rather a lukewarm, distant affair. (Is that maybe why Thai men drink so much; is it the only way they can relax and relate to each other?).”

The kids are alright

Dat is nogal wat: oppervlakkig, oneerlijk, racistisch, geldbelust. Als je het zo leest moet het leven hier behoorlijk frustrerend en onbevredigend zijn. Nou, dat valt reuze mee. Om reeds beschreven redenen ga je hier toch vooral met andere buitenlanders om en is het contact met Thai vooral oppervlakkig. En de Thai zijn erg plezierig in de oppervlakkige omgang. Ik durf zelfs wel te stellen dat ik het goed kan vinden met de Thai.

The Who zong het al in 1965: the kids are alright. Mijn ‘geheim’ is dat ik ze een beetje zie als kinderen. Ook kinderen moeten vermaakt worden, laten zich gerust stellen door een glimlach, denken niet na over de consequenties van hun acties, zijn onder de indruk van uiterlijke schijn. Meer moet je gewoon niet van ze verlangen. Nu moet je niet alles van de Thai pikken, maar dat doe je bij kinderen toch ook niet? Bij stelen en liegen stel je de grens. Net als bij kinderen, is ook in de omgang met Thai heel belangrijk: grenzen stellen, duidelijkheid scheppen.

Als je een Thai met een glimlach of een grap tegemoet treedt, stel je hem op zijn gemak. Ik ben nog geen Thai tegengekomen die een grapje niet kan waarderen, hoe infantiel ook. Als je serieus bent, voelen ze zich niet prettig, laat staan als je onvriendelijk bent. Wijs een Thai niet op zijn verantwoordelijkheden of fouten, dat is niet ‘sanoek’ (plezierig) en dus zeer ongewenst. Zoals ik al zeg, het zijn net kinderen.

Er zijn ook positieve uitzonderingen: degenen die in het buitenland hebben gewoond. Echt een enorm verschil in hun houding ten opzichte van farang en hun eigen cultuur. Eenmaal in het westen gaan de ogen blijkbaar open en ervaren ze dat persoonlijke relaties en de maatschappij beter functioneren volgens de westerse standaard (al wil ik die zeker niet tot ideaal verheffen). Tekenend is het advies van een uit het buitenland teruggekeerde Thai aan ons farang:

“Don’t be afraid to take us to task when we do something universally stupid. Don’t let us get away with it just because we’re from a different culture. Don’t take crap when it’s the same crap you wouldn’t take back home. Don’t teach us that being Thai can help us get away with murder.”

Gelukkig vond ik ook nog wat positieve woorden op stickman.com.

“As you read the remainder of my statement, remember that I like Thailand and the people; I also don’t buy into the idea that Thai men are no good, that they are poor husbands, or that they don’t care about their wives and families. The vast majority of married Thai men I’ve known care deeply about their wives and families, and would never allow themselves to be distracted by a female to the detriment of their family, unlike many, many Westerners.”

“Life in Thailand is excellent in so many ways - a tropical ‘Dolce Vita’. Life is gentle, the climate is good, the food delicious (they even cook foreign food brilliantly: some of the best Italian food outside Italy); standards are high; there are nice places to stay; the Thais are tolerant, good natured etc. In short, it’s a country well worth making an effort for.”

Land of Superficial

De expats hier kunnen wel klagen dat de Thai niet zo geweldig blijkt zoals geadverteerd, maar als toerist wordt je hier, zoals beloofd, voornamelijk geconfronteerd met de onovertroffen glimlach. De Thai nodigen de farang niet uit om hier te komen wonen, we worden gevraagd om hier op vakantie te komen en een zak met dollars of euros achter te laten. Als we hier toch zo nodig willen wonen, hebben we de onhebbelijkheden maar te accepteren.

De slogan ‘Land of Smiles’ moet de indruk wekken dat het hier ‘fantasties’ is. Degenen die reeds voor mij de stap genomen hebben, zijn al met een aantal alternatieven voor de bekende slogan op de proppen gekomen: ‘Land of Scams’ en ‘Land of Sex’ zijn de meest voor de hand liggende varianten.

Zelf vind ik 'Land of Superficial' de beste omschrijving van wat je hier aantreft. Lees de definitie van superficial er in het Engelse woordenboek maar op na:
1. Being on or near the surface: a superficial wound.
2. Concerned with or comprehending only what is apparent or obvious; shallow.
3. Apparent rather than actual or substantial: a superficial resemblance.
4. Trivial; insignificant: made only a few superficial changes in the manuscript.

Treffende omschrijving dus, lijkt mij. En dus, waarde vrienden, sluit ik af met de woorden ‘Hartelijke groeten uit the Land of Superficial. Het is hier fantastisch, zij het niet perfect’.

dinsdag 11 november 2008

Handeltje

Ik ben nu al ruim een week werkeloos en dat bevalt me prima, als het maar niet al te lang duurt. Ik vermaak me met fitnessen, Thais leren en ben bezig met het ontwikkelen van een marktonderzoekstool. Ook lees ik nog wel eens een stapel faxen. Ben nu bezig met een Black Sabbath biografie. Wisten jullie dat Ozzy Osbourne vroeger wel eens drugs gebruikt heeft!? Zou je toch niet denken van die man.
In het weekend en op woensdagavond wordt er gevoetbald. Ik was van plan om komende week een spoedcursus Thaiboksen te volgen, maar helaas heb ik momenteel een gekneusde rib. Kopduelletje tijdens een vriendschappelijk voetbaltoernooitje. Mijn tegenstander kopte met zijn elleboog. Zeker teveel tv gekeken. Ach, kan gebeuren. Is hopelijk snel weer over.

Bijna een jaar geleden schreef ik een, volgens een enkeling vermakelijk, stukje over de onderhandelingen bij de fitness clubs. Welnu, mijn jaarcontract loopt binnenkort af en ik zat al te broeden op een onderhandelingsplannetje. Misschien zou ik er wel 10 tot 20 procent korting af kunnen lullen. Dat zou toch mooi zijn.
True Fitness is graag sales gericht en benaderde me al een maand voor het aflopen over de vernieuwing. Voordat ik iets kon zeggen, werd me al 50% korting aangeboden als ik me voor 2 jaar vastlegde. Als ik Thailand voor lange tijd verlaat, kan ik het lidmaatschap kosteloos overdragen aan iemand anders en als ik voor kortere tijd weg ben, kan ik het tijdelijk stop zetten. Ik probeerde mijn verbazing en tevredenheid over deze aanbieding te verbergen en vertelde dat ik hier toch echt even over na moest denken. Misschien zat er nog meer korting in het vat. Persoonlijk begrijp ik niet waarom je een tevreden klant (want dat ben ik) 50% korting aanbiedt als hij zich voor 2 in plaats van 1 jaar vastlegt, dus wie weet hoe ver deze koekebakker wil gaan in zijn verlangen om mij te behouden.
Vervolgens verviel hij in het vorig jaar reeds beschreven, afstotelijk aggressieve verkoopgedrag. Zijn beste verkoopargument wil ik jullie echter niet onthouden. Nadat ik voor de zoveelste keer antwoordde dat ik er even over na moest denken en dat er nog tijd genoeg was alvorens mijn huidige contract zou aflopen, zette hij zijn meest zielige (ik probeer het woord 'nichterige' te vermijden) blik op en smeekte dat hij zo graag vandaag nog zijn baas wilde vertellen dat hij deze sale had gemaakt. Ik heb nog een dagje laten spartelen (ieder mens heeft zijn duistere kant) en heb vervolgens met een ferme handtekening mijn fitnesskosten voor de komende 2 jaar gehalveerd.

Maak je niet ongerust, ook op het gebied van werk ben ik met mijn toekomst bezig. Ik ben met vier bedrijven in gesprek over een werkverband. Bij twee ervan zal dit pas begin 2009 concreet kunnen worden, bij de andere twee zijn er op korte termijn kansen. Ik heb bij InsightAsia al drie goede gesprekken gevoerd. Ze gaan blijkbaar niet over één nacht ijs, maar aangezien het ijs bij CSN flinterdun bleek, vind ik het wel prettig om eerst meerdere mensen gesproken te hebben voordat ik er eventueel aan de slag ga. Het is een jong bedrijf dat vrij sterk groeit en ze zijn behoorlijk modern. Allemaal aantrekkelijke tegenstellingen tot Jurasic Park, ehh...ik bedoel CSN. Volgende week volgt ook nog en tweede gesprek met de directeur van TNS Thailand. Ik neem aan dat hij iets concreets voor ogen heeft, of hij vond het de eerste keer gewoon gezellig, dat kan natuurlijk ook.

Ondertussen lijk ik ook in de export te rollen. Ik heb een Nederlander leren kennen die in de modellenwereld zit. Hij wil als bemiddelaar Thaise danseressen naar Nederland brengen en heeft mij gevraagd om een beetje te helpen. Hij is pas 21 jaar en heeft branie genoeg, maar mist nog wat ervaring en wijsheid, vandaar. Laatst wilde hij zijn eerste prospects ontvangen en vroeg me hoe hij dat aan moest pakken. Ik heb hem geadviseerd om een kamertje in het Landmark Hotel te reserveren. Dat is een mooi hotel in het centrum, ik heb daar vlakbij gewoond en heb in de basement pakken laten maken bij Nickermann, wat ik hierbij aanbeveel. Ik zeg nog tegen hem: "Bereid het goed voor. Neem een paar danseressen mee die een beetje redelijk Engels spreken. Je moet het vertrouwen zien te winnen." Komt allemaal goed, vertelde hij me, en nodigde me uit om bij de eerste bijeenkomst te zijn. Ik had hem nog zo gezegd dat ik op die avond voetbal en liet de eer aan me voorbij gaan.

Later bel ik hem op om te vragen hoe het was gegaan. "Goed", zegt hij, "alleen die wijven willen eerst hun school af maken en vragen teveel geld". Blijkt hij van tevoren met die dames niet goed doorgesproken te hebben wat de bedoeling is. Die twee zakenmannen kwamen dus helemaal uit Nederland gevlogen, en hij komt opdraven met twee grieten die op korte termijn niet beschikbaar zijn en niet akkoord gaan met het salaris. Ik denk, die kerels zullen wel over de zeik geweest zijn. "Nee hoor", zegt hij, "het waren supercoole gasten. Ze hebben me zelfs 1.000 euro voorschot gegeven. Trouwens, jíj zei dat ik een paar Engels sprekende wijven mee moest nemen." Nou wordt ie mooi, is het mijn schuld. (Hij speekt trouwens altijd over 'wijven', maar hij bedoelt het niet zo rot hoor).

Maar goed, ondanks de mislukking van de eerste bijeenkomst, ziet het er blijkens het voorschot veelbelovend uit. Dus ik denk, het ijzer smeden nu het heet is. Laat hij me van het weekend doodleuk weten dat de timing een beetje rot is en dat hij effe een paar dagen naar Ko Samui is. Waarschijnlijk op zoek naar een paar wijffies om 's nachts een beetje mee te rommelen op het strand. Zo'n type lijkt het me wel. Tussen neus en lippen door vraagt hij me ook nog of ik een goede advocaat voor hem weet. Ik heb hem aangeraden om de bekende Leidse strafpleiter H. Heemskerk te bellen. Het gerucht gaat nu dat die in december naar Thailand komt om hem bij te staan.

Ben benieuwd hoe het afloopt. Hopelijk kan ik nog een graantje van deze business meepikken. Jullie horen hier vast nog wel meer van!

dinsdag 21 oktober 2008

Het waren vijf fantastische maanden


Aan het eind van deze maand werk ik vijf maanden bij CSN en ik heb ze verteld dat we het daar maar eens bij moesten laten. Ik heb het wat tijd gegeven, maar hoe langer ik hier zit, hoe erger het wordt. Het is een bedrijf op de meest traditionele Thaise manier. Het wordt geleid door wat oude gedienden die hier al tig jaar zitten. Structuur, communicatie en visie is ze volledig vreemd. Bovendien worden de afspraken betreffende mijn werkzaamheden niet nagekomen. Verder een geweldig bedrijf hoor.

Wel geinig is dat ik er steeds meer achter kom dat de verschillen tussen de Thaise en westerse cultuur echt niet zo enorm zijn als wordt beweerd in allerlei lectuur en door de betweters die je hier spreekt. Als je daar op af moet gaan is het hier volstrekt not done om elkaar op de werkvloer enigzins kritisch te benaderen. Nou geef ik toe dat je hier wat voorzichtiger moet zijn, maar een beetje opbouwende kritiek kun je best kwijt.
Ook zouden Thaise werknemers overlopen van respect voor hun meerderen. Wat zou een van mijn Thaise collega's, een keurige dame, dan toch bedoeld hebben toen ze me vertelde dat ze haar baas een 'big asshole' vond??? Zeker verkeerd verstaan. Ook andere collega's mogen graag klagen en grappen maken over de incapabele leiding.

Toch komen de verschillen in cultuur soms prachtig aan het licht. Laatst werd ik verzocht om een zooi mensen in andere landen in de regio te bellen om ze te vragen of ze mee willen werken aan een klanttevredenheidsonderzoek. Ik had dat al snel gehad en gaf in eerste instantie, op z'n Thais, een paar hints dat ik dit nou niet echt binnen mijn functie omschrijving vond passen. De hints werden volledig genegeerd. Toen maar de westerse benadering gekozen en letterlijk gezegd dat ik de telefoontjes niet wil plegen. Parirak keek me wat vertwijfeld aan en lulde er gewoon overheen. Een dag later nogmaals een poging gedaan. Dat ging ongeveer zo: "I don't want to make the phone calls because I have already done a lot of tasks that are not in my work description and I don't want to do any more". Antwoord: "Yes...well...ehhh...when you call them please ask them if they want to fill in the survey, and ask for their colleagues too". Misschien moet ik hier op zoek gaan naar zo'n T-shirt met "What part of NO don't you understand?".

Sinds ik een paar weken geleden heb opgezegd, hebben ze me verder niet veel werk gegeven, dus heb ik tijdens werktijd veel gelegenheid om een beetje te internetten. Ik heb een aantal bedrijven benaderd en heb al aardig wat reacties en binnenkort wat gesprekken. Toch heb ik ook nog wat andere plannetjes.
Ik heb een soort marktonderzoekmodel ontwikkeld en wil eens kijken of er partijen zijn die het willen kopen. Je weet maar nooit. Dan is het wel handig om dat rond te hebben voordat ik eventueel bij een ander marktonderzoekbureau aan de slag ga, dus ga ik in november actie ondernemen.
Daarnaast heb ik het Thaiboks idee nog steeds niet helemaal uit mijn hoofd gezet. Ik denk nog steeds dat dit een leuke manier is om een aardige boterham te verdienen. Ik overweeg sterk om begin november een stoomcursus Muay Thai te doen, er veel over te gaan lezen en contact te zoeken met boksscholen met wie ik zou kunnen samenwerken. Dan kom ik er snel genoeg achter of het echt wat kan worden en kan ik de beslissing nemen om de gok te wagen of om het definitief uit mijn hoofd te zetten.

Kortom, de toekomst ligt open. Plannen zat. Eerst moet ik dus nog even oktober uit zitten bij CSN. Dat gaat wel lukken. Donderdag de 23e is een vrije dag. De vrijdag neem ik gewoon vrij onder het mom van sollicitatiegesprekken. Ik heb afgesproken dat ik daar vrij voor mag nemen. Dat geeft mij de gelegenheid om met een paar vrienden een lang weekend naar Ko Samet te gaan (nogmaals, 'ko' betekent eiland). Dus mocht de eerste alinea enige gevoelens van medelijden opwekken: niet nodig. De laatste week moet ik t/m donderdag nog opdraven. Vrijdag ga ik dan naar de grens met Cambodja om een nieuw visum te kopen. Met mijn werkverband loopt immers ook het werkvisum af en moet ik in het buitenland een toeristenvisum halen. Het devies met betrekking tot visa is hier nog steeds: 'leuker kunnen we het niet maken, makkelijker willen we niet'.

Ondertussen is de interne politieke situatie redelijk stabiel. Ze zijn hier te druk met het pesten van Cambodja. Volgens mij is dat conflict ook in Nederland uitgebreid in het nieuws, dus zie ik geen reden om daar verder over uit te wijden. Het is niet ondenkbaar dat de bom hier binnenkort barst en het leger maar weer eens het heft in handen neemt. De kans is dus redelijk groot dat mijn volgende stukje 'Bananenmonarchie 3' heet.

maandag 29 september 2008

Allez Tsonga!


Zaterdag is het nieuwe voetbalseizoen begonnen. Mijn team van vorig seizoen, Winking Frog, bestaat niet meer en ik zou oorspronkelijk met twee WF-maatjes voor The Londoner gaan spelen. Tijdens de voorbereiding op het nieuwe seizoen bleek echter dat sommige spelers niet blij waren met de extra concurrentie. De spanning was tijdens de oefenwedstrijden voelbaar en dus koos ik eieren voor mijn geld en stapte ik voor het begin van de competitie over naar Bull's Head, dat bekend staat als meest sociale team. Mochten jullie je afvragen waar al die prachtige namen vandaan komen: de meeste teams dragen de naam van een pub. Prettige bijkomstigheid van de overstap is dat ik het Feyenoord shirt waar The Londoner in speelt, kon verruilen voor een Braziliaans tenue. Ik hoef niemand uit te leggen wat een verbetering dat is. De eerste wedstrijd hebben we even een promovendus over de knie gelegd (6-0) en hebben we meteen de koppositie ingenomen. Mijn voetbaltas, die de week ervoor was ontvreemd, is niet meer boven water gekomen. Ik speelde zaterdag op mijn derde paar schoenen en scheenbeschermers in 2 maanden. De 'keus' viel dit keer op witte Nike's. 'Keus' tussen haakjes omdat het een hels karwei is om hier maatje 45 te vinden.

Na afloop werd ik gevraagd of ik zin had om de volgende dag met een paar teamgenoten naar de finale van de Thailand Open te gaan. We hebben het hier over een ATP tennistoernooi. De finale was een herhaling van de finale van de Australian Open: Djokovic tegen Tsonga. Hoewel het een pokke-eind rijden was, ik blijf me er over verbazen hoe groot Bangkok is, was het een leuke middag. De wedstrijd was spannend, Tsonga was met 7-6 en 6-4 de nummer 3 van de wereld de baas. Tijdens de prijsuitreiking kregen de heren het publiek op de banken met 'sawadee khap' en 'khapkun khap'. Nationalistisch als ze zijn, vinden de Thaien het geweldig als internationale sterren 'hallo' en 'bedankt' in het Thais kunnen zeggen.

Afgelopen woensdag heb ik ook nog even gegeten met Marianne, Marieke en Sietske. De dames waren op de terugweg vanuit Cambodja een dagje in Bangkok. De blik was alweer gericht op 3-Oktober. Jammer dat ik dit feest voor het eerst moet missen. Niet in de gracht plassen, geen verschraalde biertjes, geen Sjonnies en Anita's op de kermis, geen hutspot bij Timo en Ka, geen opmerkingen van Bolten bij de taptoe, geen Bazooka Joe, geen dubbele ommelet 's ochtends voor het eerste biertje, geen optocht vol met gaten, geen kater. Het doet nu al pijn!

donderdag 25 september 2008

Breaking news!

Onlangs meldde ik dat ik een paar zeer lelijke, opvallende voetbalschoenen had gekocht om diefstal te voorkomen en blies ik hoog van de toren dat me dit niet meer zou overkomen. Dat was natuurlijk de goden verzoeken. Na de derde keer dat ik op de schoenen gespeeld had, heb ik na de wedstrijd eerst een paar blikjes Heineken met mijn teamgenoten soldaat gemaakt, om vervolgens te ontdekken dat iemand er met mijn tas vandoor was gegaan. De tas was pas voor de eerste keer in gebruik (krijgertje van de sponsor van mijn 35+ team), de schoenen en scheenbeschermers voor de derde keer. Verder bevatte de tas mijn vintage Roland Garros handdoek, slippers, een 25 jaar oude, van zweet doordrenkte onderbroek en de sleutels van mijn appartement.

Een geluk bij een ongeluk was dat ik mijn iPod niet had meegenomen. Ik herinner me nog goed hoe ik bij het vetrek vanaf huis in dubio was of ik hem mee zou nemen, beseffende dat de kans op diefstal klein was, maar dat je het nooit zeker weet. Je moet er toch niet aan denken dat een of andere cultuurbarbaar aan de haal gaat met mijn jarenlange inspanningen om een monumentale verzameling op te bouwen waaraan nog steeds constant geslepen wordt. De gedachte dat zo'n figuur na een korte inventarisatie alle muziek eraf haalt om de nieuwste van Maria Carey er op te zetten, bezorgt me koude rillingen. Niet meer aan denken dus.

Op het sportcomplex van Patana International School verzekerde menigeen mij ervan dat er een vergissing in het spel moest zijn, want niemand steelt hier. Of zoals iemand zei: "there's a lot of guys here that I don't like, but I don't believe any of them is a thief". Maar volgens mijn Hollandse boerenlogica zou er, als iemand per vergissing de verkeerde tas meeneemt, nog een exemplaar rond moeten slingeren dat enigzins op mijn tas lijkt. Nou, die kon ik niet ontdekken. Twee telefoontjes naar het complex in de dagen erna hadden niet het gewenste resultaat. Mijn enige genoegdoening is de gedachte aan de blik van ontzetting op het gezicht van de dief, nadat hij met pijn in zijn ogen constateerde dat hij fluoriserend gele schoenen had gejat, die waarschijnlijk ook nog ruimschoots te groot zijn.

Aangezien ik zaterdag alweer moet spelen, zit er weinig anders op dan maar weer nieuwe schoenen en scheenbeschermers te kopen. Wordt een dure grap zo. Ik denk dat ik maar weer eens voor de retro-look ga. Het heeft weinig zin om lelijke schoenen te kopen als ze er toch met je hele tas vandoor gaan. Of had ik een foto van de schoenen op de tas moeten plakken? Misschien had dat geholpen. Voortschrijdend inzicht, noemen ze dat.
Er is natuurlijk een mogelijkheid dat er zaterdag een sukkel ten tonele verschijnt die, zichzelf nederig excuserend, mijn tas retourneert. Als hij dat voor de wedstrijd doet is het niet zo'n probleem, want dan kan ik mijn schoenen nog ruilen. Maar o wee, als hij na afloop met mijn spullen aan komt zetten. Dan hoop ik niet voor hem dat hij dit seizoen tegen mij moet spelen!