vrijdag 18 april 2008

Nieuw apartement




Eind februari schreef ik een zeikerig stukje over de buurt waarin mijn huidige apartement zich bevindt. Aangezien mijn huurcontract op 18 mei afloopt, werd het nu tijd om alvast naar een ander apartement uit te zien. Tijdens Songkran (zie vorig stukje) had ik geen Thaise les (jaja, ik hou vol), en dus tijd om op zoek te gaan. Dat ik tijdens de zoektochten geregeld een plens water over me heen kreeg, heb ik maar voor lief genomen. Bij meer dan 40 graden is dat eigenlijk best lekker. In twee dagen heb ik bij elkaar tien uur lang door een aantal buurten geslenterd. Ik had vanaf internet al een aantal apartementengebouwen genoteerd en ben ook bij een groot aantal gebouwen langsgegaan die ik op mijn tocht toevallig tegenkwam. Na die twee dagen had ik een aantal geschikte opties, maar vond het moeilijk een keuze te maken uit de shortlist, die bestond uit kamers van uiteenlopende grootte in verschillende buurten met ongelijke prijzen.

Op dag drie ontdekte ik op internet Sitara Place, een gebouw dat slechts zes maanden oud is, en ging gelijk langs om een kijkje te nemen. De kamers zijn volledig gemeubileerd en alles is gloednieuw. De prijs is alleszins redelijk. Er waren nogal wat andere mensen die ook een kijkje kwamen nemen. Het was de eerste dag na Songkran en volgens de Indiase manager gaan veel mensen in het begin van het jaar op zoek naar nieuwe woonruimte. Ik besloot gelijk maar de knoop door te hakken en kamer 303 vast te leggen. Van de kamers uit de goedkoopste klasse heeft die het beste uitzicht. De Indier kon zijn geluk nauwelijks verbergen. Met een gezicht alsof hij net de loterij had gewonnen zij hij 'I think that room perfect for you sir', op een toon alsof hij mij door en door kent en de kamer speciaal voor mij ontworpen had. Indiers zijn altijd zo vriendelijk op een soort gedienstige manier, bijna onderdanig. Alsof ze niet helemaal op hun gemak zijn en bang zijn iets verkeerds te doen of zeggen. Bij Thaien gaat de vriendelijkheid toch op een veel ontspannender manier. Wel een hele aardige kerel en hij kwam ook professioneel over. Toen ik bezorgd vroeg of de twee sportkanalen wel de live wedstrijden uit de Premier League hadden, leunde hij achterover op zijn stoel en hief zijn armen: 'of course sir, without football...'. Hij hoefde zijn zin niet af te maken, we begrepen elkaar.

Het wordt dus Sitara Place aan Ratchadaphisek, een drukke en lange weg die vanuit het centrum naar het noorden loopt. Als je de derde zijstraat (soi 3) van deze weg in gaat, kom je in een typisch Thaise straat waar het gezellig druk is met allerlei eettentjes en andere winkels. Het gebouw ligt in een rustig zijstraatje van deze Soi 3. Leuk om straks vanuit het toeristische Sukhumvit naar deze echte Thaise buurt te verhuizen. Vlakbij mijn nieuwe kamer, aan Ratchadaphisek, ligt Fortune Tower, een grote shopping mall waar het barst van de restaurantjes die wat internationaler zijn dan de eetgelegenheden in mijn straat. Dus als ik even geen zin heb in Thais eten kan ik daar terecht voor Japans, McDonalds, KFC en noem het allemaal maar op. Er zit ook een bakker met allerlei lekkere broodjes. Prettig om straks te kunnen kiezen uit andere restaurants, want ik vind het de laatste tijd steeds moeilijker om te beslissen waar ik nu weer eens zal gaan eten. Elke avond uit eten is toch niet alles. In mijn nieuwe apartement kan ik ook zelf koken als ik geen zin heb om de straat op te gaan.

De kamer ziet er zoals gezegd perfect uit en ligt in een leuke buurt. De bereikbaarheid is ook goed. Nog geen tien minuten lopen naar het metrostation. Sitara Place heeft een gratis shuttleservice door middel van een tuktuk, dus lopen is niet eens nodig als ik daar geen zin in heb (met de huidige hitte zou dat zo maar eens voor kunnen komen). Inclusief lasten als internet, energie en gebruik van wasmachine kom ik op zo'n 250 euro per maand en dat vind ik een goede deal. Het ziet er naar uit dat ik 18 mei ga verhuizen, maar als mijn huidige huisbaas voordien een nieuwe huurder vindt, kan ik eerder vertrekken. Ik zie het al helemaal zitten, daar bij Ratchadaphisek.

Thai nieuwjaar: Songkran




Op 13 April was het Thais nieuwjaar en dat willen ze hier weten ook. Waar wij westerlingen gedurende een paar uurtjes wat vuurwerk de duisternis in knallen en een flesje champagne soldaat maken, vieren de Thaien dagenlang uitbundig feest. Tijdens Songkran draait het vooral om water gooien. Deze traditie heeft zijn oorsprong in de gedachte dat men respect toont aan zijn meerderen door wat water over de handen of de schouder te gooien, wat symbool staat voor zuivering. (De Thaise samenleving is zeer hierarchisch en iedereen kent zijn plaats.) Op deze wijze wast men de negatieve dingen uit het verleden weg en wenst men elkaar geluk toe in het nieuwe jaar. In de loop der jaren heeft Songkran zich echter ontwikkeld tot een landelijk watergooifestijn waarbij het hoofdzakelijk om de lol draait. Jongeren zijn zich steeds minder bewust van de diepere betekenis van het water gooien en vullen de straten met enorme water guns met het doel om zoveel mogelijk mensen nat te spuiten. Dit gaat gepaard met veel muziek en alcohol.

Songkran wordt officieel gevierd van 13 tot en met 15 april. Ik heb me echter laten vertellen dat er dorpen zijn waar het wel tien dagen duurt. In Bangkok zie je op alle straten mensen staan met enorme emmers water, van waaruit de water guns en bakjes gevuld worden om voorbijgangers op een lading water te trakteren. Ook de tuinslang wordt graag gehanteerd. April is hier de heetste maand van het jaar en tijdens Songkran was het nog eens extra warm omdat het iedere dag volledig onbewolkt was. We hebben het dan over temperaturen ruim boven de 40 graden. Het was dus geen ramp om constant met water bestookt te worden.

In en rond Kao San Road, een van de bekendste backpackercentra ter wereld, is jaarlijks een door Coca Cola gesponsord festival. Je kunt er letterlijk over de hoofden lopen, vergelijkbaar met de drukste punten op Koninginnedag in Amsterdam of op 3 Oktober in Leiden. Ik ben er de 13e geweest en heb me kapot gelachen. Meer dan tienduizend mensen komen daar samen voor wat wel eens het grootste watergevecht ter wereld zou kunnen zijn. Naast het water gooien worden ook gezichten besmeurd met een mengsel van poeder en water. Iedereen loopt er dus volledig doorweekt bij, met zijn gezicht en kleren onder de smurrie. De straten lagen tegen het einde van de middag onder een laag water.

Op de 14e en 15e ben ik in mijn eigen straat geweest, waar ook een hoop gebeurde. De hele dag door reden de auto's in een stoet voorbij. Vanuit de wagens (veelal pickups) wordt water gegooid en gespoten naar de menigte langs de kant, die dit uiteraard niet onbeantwoord laat. Als de zon onder gaat en de lucht afkoelt, neemt ook de activiteit af en komt de stad tot rust...tot de volgende Songkran dag.

Songkran is een mooi feest, maar helaas niet zonder gevaren. De betrokkenheid van auto's en motorbikes in het van water en alcohol doordrongen festival staat elk jaar garant voor een hoop ongevallen, niet zelden met dodelijke afloop. De overheid zou de activiteiten dan ook graag terugbrengen naar wat bescheidenere proporties en de oorspronkelijke gedachte in ere herstellen door meer nadruk op familie en religie te leggen. Dit jaar was aangekondigd dat het verkopen van water guns verboden was en het gezichten smeren ging in de ban vanwege de enorme troep dat het op de straten achter laat. Van enige maatregelen viel in de praktijk echter niets te merken. De schade betrof in de eerste vier dagen 229 doden en 3315 gewonden, nauwelijks minder dan vorig jaar. Ik hield iedere keer mijn hart vast als een motorbike chauffeur, vaak met passagier achterop, weer eens in volle vaart een hele emmer water in zijn gezicht kreeg. Mocht ik hier ooit pizzakoerier worden, help me dan herinneren dat ik vrij neem met Songkran.

vrijdag 11 april 2008

Nepal: hemel en hel






Ruim vier jaar geleden liep ik de trekking naar Everest Base Camp en was zo onder de indruk van de landschappen dat ik sindsdien altijd van plan ben geweest om nog eens terug te gaan naar 'where the streets have no name'. Bij Onno stond Nepal ook al een tijd hoog op zijn 'reisverlanglijst' en Rick heeft al een aantal trekkings in Oost Europa achter de rug. Het besluit om naar Nepal te gaan was een stuk makkelijker genomen dan dat de tickets geboekt waren. Uiteindelijk lukte het gelukkig om vluchten vast te leggen op 24 maart en 7 april, wat ons de gelegenheid gaf om een trekking van anderhalve week te doen. Het werd Annapurna Circuit, de meest uitgebreide trekking in het meest populaire gebied, waarbij je rond een groep bergen van zo'n 8.000 meter hoogte loopt en een pas van 5.400 meter over moet.

Bij zo'n trekking leef je altijd in uitersten: hemel en hel. Het lopen onder een lekker zonnetje in de mooiste natuur die deze aarde te bieden heeft is een onvergetelijke ervaring. Je moet er echter wel wat voor over hebben: zware beklimmingen in de ijle lucht, steenkoude hotelletjes (lodges) zonder warme douche, dagenlang dezelfde kleren aan. Je bent van tevoren nooit zeker hoe het weer zal zijn en of je last zal hebben van fysieke ongemakken. De beruchte hoogteziekte is dagelijks onderwerp van gesprek en ik verbaas me steeds weer hoe trekkers elkaar angst aanpraten als het over dit onderwerp gaat.

We nemen vanuit Kathmandu de bus, beginnen onze trek op 840 meter en leggen de eerste dagen veel meters af. Na een paar dagen gaan we door de 3.000 meter grens en dat betekent dat je voorzichtig verder moet stijgen in verband met ... de hoogteziekte. Onder de 2.000 meter was het overdag bloedheet en ik ben blij met de aangenamere wandeltemperatuur nu we wat hoger zitten. Al snel verandert het weer. Overdag nog steeds heerlijk (zoals gebruikelijk in deze tijd van het jaar), 's avonds echter regelmatig sneeuwbuien. Niet erg en misschien zelfs een voordeel (elk nadeel schijnt er minstens een te hebben) omdat de sneeuw voor fantastische aanblikken van de bergen zorgt. Het is echter wel koud voor de tijd van het jaar en je ziet dat veel mensen er qua kleding niet op gerekend hebben. In de lodges is het kou lijden, maar we hebben veel lol met andere reizigers en gaan steeds vroeg slapen. Ondertussen worden de landschappen steeds spectaculairder en ziet het er steeds weer heel anders uit.

Na 8 dagen wordt het tijd voor de 'koninginnerit' over de pas van 5.400 meter. De uitzichten zijn ongelofelijk en conditioneel gaat het me goed af. Mijn knie is genoeg hersteld. Ik had echter niet gerekend op de uitbundige sneeuwval en heb dan ook geen zonnebril bij me. De droge lucht op deze hoogte en de weerkaatsing van het licht door de sneeuw op deze zonnige dag doen me de das om. Ik wist niet precies wat sneeuwblindheid was, maar ik zal het nooit meer vergeten. Je ogen verbranden door het zonlicht op vergelijkbare wijze als je huid. Ik kon totaal geen licht verdragen en mijn ogen dicht houden deed ook veel pijn. Blijkbaar had ik een hele erge gradatie te pakken, want ondanks dat mij van verschillende kanten werd verzekerd dat het na 24 uur over zou zijn, was pas na ruim 72 uur het zicht weer een beetje normaal en verdween mijn vrees voor blijvend letsel (als sneeuw voor de zon, haha).

De sneeuwblindheid ligt nog vers in het geheugen, maar gelukkig beginnen de positieve momenten al weer te overheersen. De mooiste bergen van de wereld vind je in Nepal en ik ben blij dat ik dit samen met de broers Van Paridon heb kunnen doen. Echt ongelofelijk wat we allemaal gezien hebben. Niet alleen de natuur maar ook de mensen zijn fascinerend in de bergen. Je ziet de hele dag mannen en vrouwen van alle leeftijden allerlei goederen van dorp naar dorp sjouwen. Sterke porters dragen to 60 kilo (!!!) op hun rug. Tegen de kou die na zonsondergang de kop op steekt zijn ze nauwelijks gewapend: weinig elektriciteit en kleding. Hun leven is zo zwaar dat wij westerlingen het nauwelijks voor kunnen stellen, en toch zijn ze vrolijk, vriendelijk en goudeerlijk. Een ervaring als deze vind je volgens mij nergens anders ter wereld.

Het is een bewogen tijd voor de Nepalezen omdat de verkiezingen van 10 april voor de deur stonden, voor het eerst sinds 1999, en ze nu nog weken op de uitslag moeten wachten. Het is de bedoeling dat er na de verkiezingen een grondwet gemaakt wordt en de spanning tussen Maoisten, Socialisten en Democraten is om te snijden. Demonstraties, blokkades en zelfs aanslagen zijn aan de orde van de dag. Ik hoop dat Nepal (een van de armste landen ter wereld) in rustig vaarwater komt en wat meer welvaart op kan bouwen. Een betere infrastructuur in de bergen zou een goed begin zijn. Met meer elektriciteit en wegen zou het leven van deze mensen er een stuk aangenamer op worden. De meeste trekkers hopen dat het zo blijft omdat het zo leuk is om door heen te wandelen. Nogal egoistisch als je het mij vraagt. Ik zou graag een stukje van de authenticiteit inleveren als deze mensen een beter leven kunnen leiden. Bovendien zou ik er geen bezwaar tegen hebben om in verwarmde lodges te slapen. Een beetje minder hel in ruil voor ietsje minder hemel vind ik als erkend koukleum niet erg.

De foto's zijn van Rick, want mijn gloednieuwe camera en mijn telefoon zijn op de terugreis door vliegtuigpersoneel uit mijn backpack gestolen. Daar baal ik echt onvoorstelbaar van. Blijkbaar zijn de Nepalezen toch niet allemaal zo goudeerlijk...

Vakantie Thailand: sabai, sabai






Sabai, sabai betekent zoiets als 'relaxed' of 'rustig aan' en is het levensmotto waar de Thaien bekend om staan en geliefd om zijn. Hoog tijd om deze eeuwenoude traditie zelf eens in de praktijk te brengen. Op 1 maart arriveerden Onno en Eline na een reis van ruim 6 maanden door Zuid-Amerika, Antartica, Nieuw-Zeeland en Australie. Eline moest na een paar dagen naar Nederland omdat ze weer moest werken. Onno kon er nog een paar weken aan vastplakken. Zijn broer Rick kwam op 6 maart aan en met z'n drieen hebben we vakantie gehouden in Thailand en Nepal.

Eerst stond Kanchanaburi op het programma, een plaats die een paar honderd kilometer ten noordwesten van Bangkok ligt en vooral bekend is van The Bridge Over The River Kwai (wie kent hem niet?). Lekker relaxed stadje. Behalve de 'verplichte' brug hebben we ook nog een mooie waterval bekeken en hebben we een boottocht gedaan over de Kwai. Hoogtepunt was de avond op een eenvoudige woonboot (een hut op het water met 3 matrassen erin), met een paar biertjes en de iPod in de speaker (Down By The River van Neil Young kwam er goed tot zijn recht). Soms heeft een mens maar weinig nodig om gelukkig te zijn...

Bij terugkomst in Bangkok op zondag 9 maart moest ik eerst mijn voetbalteam bijstaan in de degradatiestrijd. Onze concurrent German All Stars (in die foeilelijke shirts van Die Manschaft) had wat versterkingen uit de Thaise profliga opgetrommeld. Na een sterke eerste en een chaotische tweede helft, konden we ze op 1-1 houden, waardoor we ze voorbleven op de ranglijst. Tijdens het schrijven van dit stukje is inmiddels bekend dat zij gedegradeerd zijn en wij gehandhaafd (schade Deutschland alles ist vorbei). Daarna snel het vliegtuig naar Chiang Mai halen. Dit is de voornaamste trekpleister van het noorden, waar ik al een paar keer eerder geweest was, met name om motor te rijden in de bergen. Het is een redelijk grote stad, met de uitstraling en relatieve rust van een dorp. Hier geen hoogbouw zoals in Bangkok. Met z'n drieen hebben we een paar dagen lang Chiang Mai en omgeving bekeken middels fietsen en scooters.

Middels onze favoriete Thaise budget airline hebben we ons vervolgens verplaatst naar Koh Phangang. Ik had inmiddels al wat eilanden bezocht, maar dit was toch nog beter dan de eerdere ervaringen. Als je de drukte ontvlucht merk je dat er zat rustige, prachtige stranden zijn met heerlijke bungalows en een authentieke sfeer. Eten is in vrijwel ieder restaurant een feest en de prijzen wekken een glimlach op. Enige smet op de bijna een week durende feestvreugde was dat mijn brommer spontaan afsloeg tijdens een afdaling op een pad dat uit losliggend steen bestond. De controle verliezend besloot ik er maar af te springen. Ik kwam weliswaar op mijn voeten terecht, maar raakte tijdens de sprong wel een scherpe rots. Niet alleen de wond moest gehecht worden, maar ook een spier net onder mijn linkerknie (vraag me niet waarom, maar op de een of andere manier verzamel ik al mijn littekens daar). Ondanks dat de dollartekens zijn gezichtsvermogen belemmerd moeten hebben, leverde de dokter keurig werk af. De assistente excuseerde zich beschaamd voor de gepeperde rekening van 100 euro. Erger vond ik dat hiermee een race tegen de klok begon om fit genoeg te worden voor de trekking in Nepal.
De trip door Thailand werd afgesloten met een paar dagen op Koh Tao, een eiland ten noorden van Koh Phangang dat al even mooi is en veel duikers trekt. Op de 22e waren we weer terug in Bangkok. Nog effe snel een nieuwe camera gekocht en net genoeg hersteld om de bergen van Nepal in te kunnen.

Toelichting bij de foto's (van boven naar beneden):
1. Onno en ik onder de waterval bij Kanchanaburi.
2. Proost in Chiang Mai.
3. Op de (klote)motortjes op Koh Phangang.
4. Koh Tao bij dag.
5. Koh Tao bij zonsondergang.
Niet slecht toch? (Foto's aanklikken om ze in volle glorie te kunnen aanschouwen.)