dinsdag 17 juni 2008

Take me back...

Where the grass is green and...
Na twee weken werken ben ik toch echt aan vakantie toe. De boog kan immers niet altijd gespannen staan. Hoog tijd dus om eens een bezoekje te brengen aan familie en vrienden. De keus is gevallen op de periode van 11 t/m 28 juli. In die tijd is de kans op mooi weer aanvaardbaar en vinden de tennistoernooien van Roomburg en Zee en Duin plaats, altijd een garantie voor gezelligheid.

Het is bij mijn bedrijf, en waarschijnlijk bij veel Thaise bedrijven, gebruikelijk dat je pas na een jaar voor het eerst vakantie op kan nemen. Mijn baas kan echter niet zo goed luisteren, wat in dit geval voordelig uitpakt omdat ze tijdens ons gesprek niet had begrepen dat ik al zo snel op vakantie wilde. Ik had het toch echt duidelijk over juli of augustus gehad en had uitgelegd dat het dan in Nederland soms nog wel eens mooi weer is. Voor ze het wist had ik al geboekt en toen ze erachter kwam dat ze me niet goed had begrepen, kon ze haar accoord niet meer terug draaien. Heel soms is het een voordeel als je baas niet kan luisteren.

Ik moet tijdens mijn verblijf in Nederland wel een uurtje of vijf per dag werken om een project op tijd op te kunnen leveren, maar er blijft genoeg tijd over voor voor bezoekjes aan vrienden, avondjes Mapo, tennissen, etc. Ik probeer me hier enigzins voor te bereiden op de toernooien. Het is echter nog niet gelukt om iemand te vinden die een redelijk balletje slaat en ik heb dan ook al 8 maanden geen dubbel fout geslagen (wat in mijn geval synoniem is voor 'niet getennist').

Ik ben benieuwd hoe ik Nederland zal aantreffen. Hopelijk zijn de straten nog steeds oranje, San Marco officieel heilig verklaard en Amsterdam woonbootvrij. Tot dan!

donderdag 12 juni 2008

Thaise fatsoensnormen in de metro




Sinds ik aan het werk geslagen ben is mijn ritme rigoureus veranderd. Niet meer in bed liggen tot ik eens zin heb om eruit te gaan. Het alarm van mijn telefoon gaat om 6.15 af. Ik loop in een minuutje of tien naar het metrostation. Na zes haltes (een klein kwartier) verruil ik de metro voor de skytrain, die binnen een paar minuten de tweede halte bereikt, waar ik achterop een motorbike taxi stap, die me in 5 minuten naar Sinn Satorn Tower brengt. In totaal ben ik bijna een uur onderweg, want in overstappen en wachten gaat uiteraard ook wat tijd zitten.

Maar nog even over de metro. Als werkloze ken ik de metro, net als de skytrain, als een prettige en snelle manier om mij door Bangkok te verplaatsen. Helaas toont de metro 's ochtend vroeg ook een andere kant. Als ik aankom op station Rama 9, staan de Thai en een enkele farang al keurig in de rij op het perron (bovenste foto). Dat past perfect in het beeld van de Thai als beschaafd en beheerst volk. De metro stopt altijd op exact dezelfde plaats. De rails zijn afgesloten door een glazen wand met deuren, die automatisch opengaan als de metro op zijn plaats staat. Wel zo veilig. Op de vloer van het perron is aangegeven waar men zich in rijen op dient te stellen, zodat de naar buiten tredende mensen zich tussen de wachtrijen door kunnen begeven, waarna de wachtenden de metro in kunnen stromen. Mooi systeem, in theorie...

Jullie hebben vast allemaal wel eens beelden gezien van de metro's in de grote Japanse steden, waar de mensen opeengepropt zitten als de bekende sardientjes. Zo is het ook in de ochtend als 'mijn' metro aankomt (middelste foto). Twee haltes verder stopt de metro onder Sukhumvit, de drukste straat van Bangkok, waar men over kan stappen op de skytrain. Het feit dat ik vlak voor Sukhumvit in moet stappen, betekent dat de metro al bomvol zit. Zo vol dat er niemand meer bij kan als er niemand uitstapt. Daardoor moet je vaak wachten tot de tweede of derde metro tot je naar binnen kan. Om de drie minuten komt er een langs, dus dat is niet zo erg.

Wat wel erg is, is het volstrekt schaamteloze voordringen van de Thai. Ze staan keurig in de rij, en wachten ook netjes tot de mensen zijn uitgestapt. Daarna verdwijnt echter de beschaving. Je kan mijn verbazing en irritatie misschien voorstellen, de eerste keren dat ik dacht mooi vooraan te staan, en er ineens allerlei mensen zich langs mij heen wurmden, terwijl ik rustig stond in te schatten waar er een plekje voor mij was. Het is ieder voor zich op zo'n moment. Als er echt niemand meer bij lijkt te kunnen, is er vaak wel iemand die gewoon tegen de voorste mensen aan begint te duwen, zodat er toch wat ruimte ontstaat om zich naar binnen te persen. De meeste Thai hebben aan een klein gaatje immers genoeg. Zo had ik laatst moeite om mijn ontbijt binnen te houden, toe een keurig uitziende dame van middelbare leeftijd haar rug en schouders stevig tegen mijn maag duwde, waarop ik het iele meisje achter mij bijna vermorzelde. Het lijkt ze geen moeite te kosten om de blik tijdens deze onfatsoenlijke praktijken op standje stoicijns te houden.

Maar al doende leert men. Als ik tegenwoordig vooraan sta in de rij, schijfel ik tijdens het uitstappen alvast langzaam richting de deur en gaan mijn ellebogen op zij. Als ik uit mijn ooghoeken een inhaalmanouvre waarneem zet ik mij schrap en laat me niet op zij zetten. Net zoals een collega farang die mij vertelde, 'I am a big guy, I assume they have assessed the risk'. Na het binnenvechten, 'zooien' komt er nog net niet aan te pas, ga ik zoveel mogelijk wijdbeens staan, om mijn territorium nog enigzins te beschermen. Vervolgens kijk ik over de hoofden heen (onderste foto) en hoop dat we snel bij de tweede halte zijn, want na Sukhumvit is het ondergrondse leven weer draaglijk en kan de dag beginnen.

Maradona en pantoffels



Maandag 2 juni ben ik begonnen met werken bij marktonderzoekbureau CSN. Dat viel in het begin niet mee, want ik had een paar hectische dagen achter de rug: eerst het wat stressvolle bezoek aan Kuala Lumpur waar ik vorige week al over schreef, daarna kon ik na terugkomst op vrijdagavond gelijk de kroeg in. Mijn maatje Mike uit mijn vorige voetbalteam van VV Oegstgeest was met een paar andere Nederlanders aangekomen voor een internationaal voetbaltoernooi gedurende het weekend. Ik zou ook deel uitmaken van Dutch Boys United en daar moest de avond van tevoren natuurlijk op gedronken worden. Zaterdag hebben we wat potjes gespeeld om ons daarna weer aan de bar te melden. Zondag ook nog gevoetbald en 's avonds een bescheiden biertje gedaan.

Blikvangers bij het toernooi waren de All Stars, bestaande uit Engelse oud-internationals waarvan Ian Rush de bekendste is. Kenners zullen ook Peter Reid kennen. Hij is de man die op het WK van1986 Maradona op de helft van Argentinie bij zich weg liet draaien om hem vervolgens 50 meter lang tevergeefs te achtervolgen terwijl Maradona zijn wereldberoemde goal maakte. Volgens velen, inclusief mezelf, het meest fantastische doelpunt ooit gemaakt (waarmee ik de schuiver van Edward Linskens tegen Real Madrid niet tekort wil doen). Ook Viv Anderson was van de partij, de eerste donkere Engelse international ooit. Grote namen dus, maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat je het er niet helemaal meer aan afzag. Alleen van Peter Reid kon je nog zien dat het een voetballer van topniveau is geweest. Andy, mijn teamgenoot in de competitie, werkt in een bar en wist te melden dat de heren aldaar de reputatie van Engelse voetballers op het gebied van drank wel hoog wisten te houden en dat Ian Rush, net als vroeger op het veld, ook aan de bar de topscorerslijst aanvoerde. Dat verklaart zijn vrije trap die bij het publiek plaatsvervangende schaamte opwekte.

Hoewel ik qua drankinname waarschijnlijk ver achter lag op meneer Rush, was het een zwaar weekend en viel de eerste werkdag daardoor niet mee. Ik kreeg een eigen kamer met een bureau en stoel die wat aan de kleine kant zijn. Na een voorstelrondje kan ik gelijk aan de slag. Er is niets wat in de verste verte op een inwerkprogramma lijkt. Ik mag gelijk een paar voorstellen maken, die nauwelijks gecontroleerd worden voordat ze naar de klant gaan. Aan de ene kant is het wel prettig om snel aan de slag te gaan, maar enige uitleg over het reilen en zeilen van het bedrijf zou toch wel prettig zijn. De volgende dagen gaan ongeveer hetzelfde, zij het dat ik gelukkig wat bijgeslapen heb. Er zit nog weinig lijn in het werk, maar ik heb in ieder geval steeds wat te doen.

De Thai zijn netjes gekleed als ze naar hun werk gaan. In het openbaar vervoer zie ik 's ochtends vrijwel alleen keurige overhemden. Spijkerbroeken alleen op vrijdag. Het verbaasde me dus dat velen op kanoor onder hun nette overhemd en broek pantoffels aan hebben. Ja, echt. Is hier de normaalste zaak van de wereld. Het eerste dat je doet als je op kantoor komt: schoenen uit, pantoffels aan. Ook als we tussen de middag naar buiten gaan voor de lunch, blijven de pantoffels aan. Dat zal wel komen omdat de Thai gewend zijn om in huis geen schoenen te dragen.

Wat ook opvalt is dat iedere, maar dan ook echt iedere Thaise werknemer, minstens één foto van de koning boven het bureau heeft hangen. In Nederland heb ik niet zo gek vaak afbeeldingen van Trix op de werkplek aangetroffen.

Het werk zelf? Het is me in de korte tijd al op gevallen dat er hier weinig consultancy bij het onderzoek komt kijken. Het bedrijf is vooral op onderzoek gericht en levert keurig de cijfertjes af met wat conclusies, maar diepgaande gesprekken met de klant over de markt en verregaand advies is er zover ik kan zien niet echt bij. We krijgen van onze klanten keurige briefings met de gewenste specificaties van het onderzoek en zonder nader overleg gaan we aan de slag. Typisch geval van 'u vraagt, wij draaien'. Dat is niet echt mijn ding. Ik zoek meer een baan waarbij er meer contact is met een klant en ik mijn advies aan de cijfertjes moet toevoegen. Alleen de cijfertjes afleveren boeit me niet zo.

Ik ga dus vanaf volgende week maar eens verder kijken. Er zijn een paar bedrijven die me hebben uitgenodigd voor een gesprek. Daar ga ik maar eens werk van maken. Tot zover ben ik in ieder geval blij dat ik aan de slag ben. Het is wel prettig om na lange tijd weer wat regelmaat te hebben en vooral om weer eens wat geld te verdienen. Bovendien is het natuurlijk altijd prettiger naar werk zoeken als je al een baan hebt. Tot ik iets anders gevonden heb, houd ik het hier wel uit.

dinsdag 3 juni 2008

Kuala Lumpur







Vorige week schreef ik in dit medium dat ik een baan had geaccepteerd bij een Thais marketingonderzoekbureau. Zij zouden de papier,olen in gang zetten. Ik had geen idee wat er precies bij komt kijken, alleen dat het een lang en ingewikkeld proces is. Op woensdagmiddag 29 mei krijg ik een telefoontje dat ik voor mijn eerste werkdag naar een ambassade in het buitenland moet om een nieuw visum te halen. 'Maar ik begin maandag al', antwoord ik wat verbaasd, waarop de kalme stem aan de andere kant vaststelt dat ik dus de volgende dag even naar Kuala Lumpur (KL) moet vliegen. En of ik direct even naar kantoor kan komen om de benodigde documenten op te halen. Alsof het de normaalste zaak van de wereld is om de middag van tevoren even te bellen met dit verzoek. Ik dus snel wat informatie zoeken op internet. Ik vind wel wat algemene informatie over het visum, maar kan zo snel niks te vinden over de Thaise ambassade in KL, wat getuigt van de Thaise laksheid. Je zou denken dat er toch wel een Engelstalige site is, maar nee. Overigens is de Thaise ambassade in Nederland ook niet alles. Okee, ze hebben een eigen site met wat nuttige informatie, maar als je van de mogelijkheid gebruik maakt om via email een (eenvoudige) vraag te stellen, krijg je doodleuk exact 21 dagen later pas antwoord. Dit betrof welgeteld één zin, enige verontschuldiging voor de late reactie ontbrak. Wellicht staat in de vacatureomschrijving voor Nederlands personeel dat ze zich zo goed mogelijk aan moeten passen aan de Thaise cultuur. Dan denk ik dat de betreffende persoon uit kan kijken naar een positief functioneringsgesprek.


Bij gebrek aan info besluit ik donderdagochtend zo vroeg mogelijk te vliegen en vrijdagavond terug te gaan. Dat moet toch voldoende zijn. Op donderdagochtend om 5 uur op en om 10 uur geland. De ambassade ligt een behoorlijk eind van het vliegveld, ik ben iets na 12.00 ter plaatse. Een meneer bij de ingang houdt me tegen en wijst op een bord waarop staat dat je op werkdagen van 9.30 tot 11.30 je verzoek kan indienen en van 11.30 tot 12.30 je visum op kan halen. Ik ben vandaag dus te laat, maar gelukkig heb ik nog de vrijdag om het te regelen. Ik de stad in om een beetje rond te kijken. Ik vind het allemaal weinig sfeervol. Ik mis de relaxte chaos van Bangkok. Steden als Bangkok, London, Parijs, Buenos Aires, Sydney (effe een beetje namedroppen) hebben allemaal iets aansprekends, maar ik vind KL dodelijk saai. Hoogtepunten zijn de bekende Twin Tower (dat is wel heel gaaf, zie foto's) en de boekenwinkel waar ik boeken over Black Sabbath en Deep Purple op de kop tik.



's Middags bedenk ik me pas dat er wel eens een werkdag kan zitten tussen het inleveren van de documenten en het ophalen van het visum. Koortsachtig zoek ik een tijd op internet en op een of ander forum vind ik een verslag van een visa run naar KL waarin de schrijver vermeldt dat alles soepel ging en hij de volgende dag zijn paspoort al weer op kon halen. K*t! Morgen is het vrijdag en dan zou mijn visum dus pas maandag klaar zijn. Ik heb zaterdag een voetbaltoernooi in Bangkok met een Nederlands team van een maatje uit mijn elftal van VV Oegstgeest en heb voor ons team wat lokale expats geregeld. Ik kan het niet maken om niet te komen. Dan zou ik dus zondagavond weer naar KL moeten vliegen en dinsdag pas mijn visum hebben, terwijl ik maandag zou beginnen met werken en ik helemaal geen zin heb om nog een keer op en neer te vliegen met bijbehorende kosten. 's Avonds probeer ik de plotseling opgekomen stress wat van me af te schudden in een Ierse pub met een hamburger/friet, een paar pints Heineken en Roland Garros op de tv (al zijn de potjes van Nadal en Federer niet erg spannend). Slapen doe ik slecht, niet alleen door de stress maar zeker ook door het te kleine bed.



De volgende ochtend heb ik me al verzoend met het feit dat ik nog een keer terug zal moeten komen naar deze saaie stad. Ik ga het gewoon proberen en zie wel waar het schip strandt. Ik sta voor openingstijd al voor de deur, waar de lange rij me bepaald geen moed geeft. Gelukkig blijkt de nummertjesuitdeler uiterst vriendelijk en behulpzaam. Ongelofelijk dat iemand die de hele dag bij de nummertjesmachine moet zitten om nummertjes uit te delen aan mensen die binnen komen, zo vrolijk kan zijn. Na de opening komt er slechts af en toe iemand binnen. Wat moet dat dodelijk saai zijn. Hij raadt me aan om mijn vluchtgegevens uit te printen en aan de dame achter de balie te geven. Dat is inderdaad een goede zet en de eveneens vriendelijke dame meldt na lang wikken en wegen (en ik sta daar maar mijn vriendelijkste gezicht te trekken) dat ze het vandaag wel kan regelen. Hoe laat dan, want ik vlieg om 18.45 en naar verluid gaat de check-in balie om 18.00 dicht. 'Om 18 uur is het klaar', zegt ze. Dus ik herhaal dat ik dan al op het vliegveld moet zijn. Vervolgens wordt het '16 uur, oh nee 17 uur, oh nee toch pas om 18 uur, ehh...ik weet het eigenlijk niet want mijn baas is er niet'. Onzekerheid alom dus en ik besluit om vanaf 15 uur te gaan zitten wachten. Om 17.15 uur behaagt het de grote baas om zijn krabbeltje onder mijn visum te zetten en ik ren naar de weg om een taxi te nemen.



Ik heb dus drie kwartier voor een rit die volgens meerdere bronnen ruimschoots een uur duurt. Maar de balie is vast wel iets langer open en als de chauffeur flink door rijdt, wie weet. Gelukkig is de hevigste regenbui de ik in mijn leven heb meegemaakt net opgehouden. Dat scheelt. Ik heb snel een taxichauffeur die me net als iedereen uitlegt dat ik mijn vliegtuig niet ga halen. Als ik vertel dat ik hem 100 Ringit betaal in plaats van 75 als hij me op tijd afzet (dat betekent 5 euro fooi), wordt hij gek en ontpopt zich ogenblikkelijk tot een echte Jos Verstappen: enthousiast en aanvallend rijdend, maar geen beste coureur. In het centrum van de stad rijdt hij toeterend door ieder rood licht alsof hij de koning van Thailand naar een spoedoperatie moet brengen. Ondertussen moet ik van hem opletten of er geen politie is. Ik ben als de dood dat hij met deze snelheid een botsing veroorzaakt, maar wil toch ook mijn vliegtuig halen. Gelukkig komen we zonder kleerscheuren op de snelweg, waar we links en rechts worden ingehaald omdat hij maar in de vierde versnelling blijft rijden. En die motor maar toeren maken. Ik zeg maar niks, anders draait hij zich weer achterstevoren. Tijdens de serie rode lichten hadden we op die manier al het hele Nederlandse voetbal besproken (Bergkamp is de koning). Toch ging het best rap en als we de afslag naar het vliegveld nemen zie ik nog wel enig perspectief. Hij blijkbaar ook, want bij de kruispunten op de driebaansweg laveert hij bij de stoplichten als een motorrijder tussen de rijen auto's door om vooraan te gaan staan. Uiteraard wacht hij vervolgens het groene licht niet af. Als hij eindelijk een keer stil staat, krijgt hij terecht een enorme uitbrander van een andere weggebruiker. Kalm legt hij uit dat deze belangrijke klant zijn vliegtuig dreigt te missen en dus alles geoorloofd is, om vervolgens weer plank gas te geven. Uiteindelijk kom ik om 18.20 aan, betaal ik met liefde de 100 Ringit en spoed ik mij naar de balie die nog net open is. Of ik effe snel naar het vliegtuig wil rennen. Dat wil ik wel en drie uur later zit ik met mijn Hollandse voetbalteam aan het bier. Eind goed, al goed.