zondag 30 augustus 2009

Gaat wel weer over





Het is weer eens tijd voor een medisch bulletin, want het is alweer even geleden dat ik te kampen had met fysieke ongemakken. Gaat wel weer over, denk ik vrijwel altijd als ik iets lijk te mankeren (en er mankeert geregeld wat aan mij). Waarom ik altijd pas in een laat stadium naar een dokter ga, weet ik niet. Zal wel gemakzucht zijn. Een mens schijnt door schade en schande wijzer te worden, maar dit zal ik waarschijnlijk nooit leren.

Gaat wel weer over, dacht ik terwijl ik de afgelopen weken veel last van vermoeidheid had. Chronische vermoeidheid, mag ik wel zeggen. Ik was 's ochtends mijn bed niet uit te branden en had totaal geen fut om te sporten of uit te gaan, waar ik normaal gesproken toch zonder veel overredingskracht toe over te halen ben. Pas na ruim twee weken heb ik me toch maar weer bij het Bumrungrad ziekenhuis gemeld. Hetzelfde ziekenhuis waar ik me begin 2008 heb laten testen toen ik exact dezelfde klachten had en bleek dat ik in het bezit was van een vermoeiende parasiet. De vorige keer hebben ze allerlei, in mijn ogen veelal nutteloze, testen met me gedaan. Vastbesloten om me geen hele serie testen aan te laten smeren, stap ik het ziekenhuis binnen.

In Nederland moet je eerst een afspraak maken voor een paar maanden later, in Bangkok veronderschuldigt de baliemedewerkster zich beleefd voor het feit dat je even 10 minuten moet wachten. De dokter is een erg aardige vrouw. Tot mijn verbazing gaat ze zonder al te veel weerstand akkoord met mijn verzoek om me zonder voorafgaande testen wat van die parasietenmedicijnen mee te geven.

Bij het doornemen van mij dossier verschijnt er wel een zeer zorgelijke blik op haar gezicht, verschrikt zelfs. Of ik dit jaar mijn griepprik wel gehaald heb. Nee, hoezo? Ze spreekt me vervolgens toe alsof ik Russische roulette speel door zonder griepprik door het leven te gaan. Alsof ik strandfeesten bezoek zonder kogelvrij vest. Alsof ik een 13-jarige ben die solo de wereld rond wil gaan zeilen. Het lijkt een wonder te zijn dat ik nog leef. Vooruit dan maar. Kom maar op met die prik.

Vervolgens komt het onderwerp cholesterol weer ter sprake. De dokter die zich januari vorig jaar zo'n zorgen maakte over mijn cholesterol gehalte en mij aanraadde om eens wat aan sport te gaan doen, heeft hier een aantekening van gemaakt in mijn dossier. Nu moet dit uiteraard weer getest worden, waarbij maar weer eens de sport suggestie op tafel gelegd wordt. Met de uitleg dat ik voetbal, squash, fitness en train voor de marathon, wimpel ik deze test succesvol af. Ik verlaat het pand met de beoogde medicatie (Tinidazole, voor de kenners) en een griepprik, maar zonder enige test. Efficient bezoek dus. Nu maar hopen dat het inderdaad om een parasiet gaat en de klachten snel over zijn.

Gaat wel weer over, dacht ik toen ik het topje mijn linker ringvinger bezeerde. Tijdens een potje voetbal op een door een bevriend voetbalteam georganiseerde bbq (zie foto's) ging ik even op doel staan. Bij het vangen van een hoge voorzet bevestigde ik wat ik al heel lang weet. Ik ben een waardeloze keeper. Ik ving de bal wel, maar mijn vingertopje deed heel veel pijn. De volgende dag was het nog erger en stond mijn vinger nog steeds krom. Gekneusd natuurlijk. Je vinger breek je niet met het vangen van een voorzetje.

Het is nu twee weken later. De pijn wordt steeds minder, maar het topje van mijn vinger is nog steeds van het rechte pad af. Dus ik weer naar mijn vrienden van het Bumrungrad. En ja hoor, je hoeft geen medische opleiding te hebben om te weten dat die twee stukjes bot bovenin de foto aan elkaar horen te zitten. Gebroken dus. Nu is mijn vinger gespalkt middels een stuk schuimrubber met een strip metaal erom. Gaasje erom om de boel op zijn plek te houden. Dit keer kreeg ik een relatief goedkoop medicijn aanbevolen: veel melk drinken. Nou mag ik thuis graag een bananenshake maken, dus dat komt wel goed. Volgende week moet ik terug komen om te kijken of de hoek tussen de kootjes weer de 180 graden nadert.

Tot zover deze aflevering van 'komt een man bij de dokter'. Groeten vanuit de lappenmand. Maak je geen zorgen om mij...gaat wel weer over.

vrijdag 28 augustus 2009

Ik doe het één keer voor

In Europa zijn de nationale topcompetities weer begonnen. Vanaf vorig weekend is het in Bangkok op zaterdag- en zondagavond weer genieten van de Engelse Premier League. Het Nederlandse voetbal is hier op tv nauwelijks te zien. Moet ik daar heel rauwig om zijn? Ik denk het niet. Wel volg ik de uitslagen van de Mickey Mouse competitie op de voet.

Voor mij duurt het nog een dikke maand voordat de competitie weer begint. Ondertussen speel ik hier en daar een toernooitje en wat vriendschappelijke wedstrijden. Ik benut deze potjes om wat instructie materiaal te produceren, waar voetballers over de hele wereld hun inspiratie uit kunnen halen. Een soort Wiel Corver serie. Het zal ongetwijfeld een groot commercieel succes worden.

Omdat mijn voormalige teams in Nederland momenteel op het punt staan de competitie aan te vangen, en ik het beste met ze voor heb, gun ik ze hierbij gratis en voor niks wat tips over het maken van doelpunten. Spelers van Lugdunum 3 en VV Oegstgeest 4, doe er je voordeel mee. Damian, stuur jij het even door naar Feyenoord?

Vergeet je luidsprekers niet aan te zetten voor de juiste sfeer.

zondag 23 augustus 2009

A walk in the park







Zoals vorige week gemeld, ben ik in training gegaan voor de marathon, voorlopig in Lumpini Park. New York heeft Central Park, Londen heeft Hyde Park, Amsterdam heeft het Vondelpark en Bangkok heeft Lumpini. Het park is prachtig en wordt goed onderhouden. Een rustig stukje Bangkok, ingeklemd tussen hoogbouw en drukke wegen. Je kunt er terecht van 's ochtend 6 tot 's avonds 9 uur. Een rondje is volgens de wegbewijzering 2543 meter lang en dat houdt mij zo'n 12 minuten zoet.

De Thai komen hier graag om aan de drukte te ontsnappen. Op vele plekken wordt Tai Chi beoefend, de Chinese vechtsport techniek. Het valt me op dat oude mensen in Thailand erg veel aan sport doen. Ze zijn sterk vertegenwoordigd in de Tai Chi groepjes die je overal tegen komt en ik zie ook regelmatig 70-plussers hardlopen. Hoewel de term 'hardlopen' wat misplaatst is en de openingsduur van 15 uur per dag voor sommige bejaarden net genoeg lijkt om een rondje af te kunnen maken, doen ze het toch maar mooi. En onze westerse bejaarden maar achter de Playstation zitten.

Ik dacht dat ik redelijk competitief was ingesteld, maar dat blijkt nu in vergelijking met het hardloopvolk wel mee te vallen. Het is me nu al een paar keer gebeurd dat ik iemand inhaal die mij vervolgens weer voorbij probeert te gaan, terwijl ik toch echt niet van tempo veranderd ben. Nou interesseert het me op zich geen ruk wie mij allemaal inhaalt, zo lang ze niet boven de zeventig zijn vind ik het best. Maar het is het wel erg vermakelijk om dit soort gefrustreerden een beetje te pesten. Vanuit mijn ooghoeken kijk ik opzij en probeer te zorgen dat zo'n rare snoeshaan me net niet in kan halen. Dan haken ze vanzelf wel weer af, behalve die farang die besloot om een volle sprint in te zetten en me op de volgende hoek volledig buiten adem met een triomfantelijke blik stond op te wachten. Ach, een mens moet zijn eigendunk toch ergens mee voeden.

Markante bewoners van het park zijn de varanen. Ze zijn niet bang voor mensen en laatst stak er precies voor mijn voeten, op zijn dooie gemak en met een 'eigen volk eerst' houding, een exemplaar over van anderhalve meter. Ook schildpadden komen regelmatig voor. Ik mag graag even kijken naar hun slome tred. Doet wonderen voor mijn eigendunk.

vrijdag 21 augustus 2009

Mediageil 2

















Nu ik de economische pagina's van de Thaise kranten al in mijn greep heb, is het tijd om mijn markt wat uit te breiden. Maleisie is inmiddels al aan de beurt geweest. The Star heeft een stukje geschreven over mijn rapport 'Asian Consumer Confidence Index'. Overigens zonder mijn naam te vermelden! Ik hou het heft nu dan ook liever in eigen hand. Je weet van tevoren niet wat die achterlijke journalisten ervan brouwen (Louis heeft groot gelijk) en met al die honderdduizenden lezers moet je uitkijken. Wie weet wat een verkeerd stukje voor imagoschade aan het zorgvuldig opgebouwde merk Maarten Kallenberg kan aanrichten. Wie gaat dat betalen? Mijn uitspraken over het delicate onderwerp consumentenvertrouwen dienen in hun juiste context te worden weergegeven. En aan verdraaide quotes heb ik helemaal een broertje dood. Als ik het anders had willen zeggen, had ik dat wel gedaan, vrienden van de media.

Voortaan schrijf ik de artikelen dan ook maar zelf. Te beginnen bij Jakarta Post van vorige week vrijdag. Gisteren een vervolg in Business Times (Singapore). Jakarta Post heeft al te kennen gegeven zeer binnenkort nog een stukje van mijn hand te willen. Dat zijn duidelijk fijnproevers. Zo bouw ik gestaag aan mijn reputatie als analyst van het Aziatische consumentenvertrouwen. Een soort rookvrije Johan Derksen, zeg maar.

Middels de oplages van de kranten waarin ik nu publiceer is mijn potentiele bereik meer dan een half miljoen lezers (Bangkok Post 75.000; Bangkok Business 100.000; The Star 300.000; Jakarta Post 50.000; Business Times 30.000). Daar komt nog eens exra bereik bij van de vele websites die mijn persbericht opgepikt hebben. Maar een mens moet ambities hebben. Mijn carriere is dus al helemaal uitgestippeld. Eerst nog even een grote Chinese krant vinden die mijn bevindingen ook graag wil publiceren, en passant mijn bereik ruim over de miljoen heen tillend. Dat kan natuurlijk nooit lang duren. Vervolgens een eigen tv show over de Aziatische economie, naar voorbeeld van Harry Mens. Voor de daaropvolgende stap twijfel ik nog tussen een Aziatische versie van De Wereld Draait Door en het presenteren van een karaoke show. Commerciele zenders van Azie, het bieden kan beginnen.

maandag 17 augustus 2009

Doodloper



Ik heb altijd gedacht ooit nog eens een marathon te lopen. Lijkt me geweldig om tussen duizenden lopers en met veel publiek langs de kant een stukkie te rennen. Ze zeggen echter dat je er wel wat voor moet trainen en daar had ik nooit zin in. Maar ze zeggen ook dat van uitstel afstel komt, dus het moet maar eens gebeuren. En wel op 22 november in Bangkok.

Nou kun je het jezelf makkelijker maken dan de 42.195 meter af proberen te leggen in een stad waar de temperatuur gemiddeld tegen de 30 graden loopt en de 'discomfort from heat and humidity' volgens het weather centre van de BBC schommelt tussen 'high' and 'extreme'. De organizatie is gelukkig zo meegaand dat de start om half 4 's nachts plaatsvindt, zodat je de race niet met een brandende zon op je harsens hoeft af te leggen en het als het een beetje mee zit maar 25 graden is. Daar staat dan weer tegenover dat de luchtvochtigheid op dat tijdstip erg hoog is, maar 's nachts lopen is toch beter dan overdag. Ook prettig dat je meteen door kan vanuit de discotheek. Ik zal mijn vele trainingskilometers wel vooral overdag maken en ik kan je na drie trainingen vertellen dat het er aardig inhakt.

Tot nu toe maak ik mijn rondjes in Lumpini Park. De eerste keer 7,5 km, de tweede keer 10 km en afgelopen zaterdag 12 km. Ik weet het, er is nog veel werk aan de winkel. Het plan is om de komende weken steeds twee keer per week te lopen en er elke week 2 km aan vast te plakken. Als ik dan eind september naar Nederland kom, zit ik net boven de 20 km. Daar kan ik dan onder gunstigere weersomstandigheden de benen laten wennen aan de belasting van 25 km, alvorens tijdens Leidens ontzet mijn met bloed, zweet en tranen opgebouwde conditie in twee dagen ontzettend om zeep te helpen. Vanaf 7 oktober heb ik dan in Bangkok nog zes weken de tijd om alles weer vanaf het nulpunt weer op te bouwen. Het schijnt dat je tijdens de trainingsopbouw dicht bij de 35 kilometer moet komen om de marathon redelijk uit te kunnen lopen.

Er resten mij dus nogal wat uurtjes hersenloos buffelen. Wees gerust, ik heb een prestatiebevorderend middel op het oog dat nog niet op de dopinglijst voorkomt. Binnenkort even zo'n kleine iPod Shuffle aanschaffen en dan laat ik mij door Ozzy Osbourne, David Lee Roth, Alice Cooper en dergelijke door het park schreeuwen. Er zullen nogal wat mensen zijn die voor deze heren hard weg zouden rennen, dus misschien kan ik het organizatie comitee ervan overtuigen om langs het hele parcours mijn muziek uit de boxen te laten knallen. Blijven ze wel gaan hoor, die Thaien.

Op de dag van mijn derde training kwam Murphy's law al om de hoek kijken. Murphy had het op mijn schoenen gemund. Toen ik 's ochtends mijn Saucony's aan wilde trekken, bleken de zolen bijna compleet vergaan (zie foto). Het leek wel of ze aangevreten waren door insecten. De vorige training deden ze het nog prima. Ik begreep er niets van, want zo vaak heb ik er nog niet op gelopen. Ook erg vreemd dat ze allebei precies tegelijk verrot zijn. Na de vuurdoop in de halve marathon van Leiden in 1998 heb ik ze nauwelijks gebruikt. Edwin overtuigde mij ervan dat het materiaal in 11 jaar tijd behoorlijk achteruit kan gaan, ook al loop je er niet op. Pfff, en Joost van Leeuwen destijds nog roepen dat het zulke goede schoenen waren. Ik wilde toch gaan lopen en dus mijn squash schoenen maar aangetrokken. Zit nog minder vering in dan in het matras van Paris Hilton, maar ik heb er toch 12 km op kunnen hobbelen. Na de training loop ik op straat, laat de zool ineens van voor tot achter los. Dat kan nog een dure grap worden zo. Ik heb duidelijk behoefte aan een schoenensponsor.

Ik besef dat het tamelijk riskant is om mijn plannen al in dit vroegtijdige stadium met jullie te delen. Ik blijf dan ook graag verschoond van pesterige mailtjes indien het blessuremonster weer eens de kop op steekt en een heroische zegetocht door de straten van Bangkok verhindert. Mij eerste trainingen verliepen echter dusdanig goed dat ik er op dit moment wel vertrouwen in heb. Die 12 km van afgelopen zaterdag ging redelijk makkelijk. Ik hoef er nog maar 30 bij te sprokkelen. Eigenlijk ben ik er al bijna!