vrijdag 11 april 2008

Vakantie Thailand: sabai, sabai






Sabai, sabai betekent zoiets als 'relaxed' of 'rustig aan' en is het levensmotto waar de Thaien bekend om staan en geliefd om zijn. Hoog tijd om deze eeuwenoude traditie zelf eens in de praktijk te brengen. Op 1 maart arriveerden Onno en Eline na een reis van ruim 6 maanden door Zuid-Amerika, Antartica, Nieuw-Zeeland en Australie. Eline moest na een paar dagen naar Nederland omdat ze weer moest werken. Onno kon er nog een paar weken aan vastplakken. Zijn broer Rick kwam op 6 maart aan en met z'n drieen hebben we vakantie gehouden in Thailand en Nepal.

Eerst stond Kanchanaburi op het programma, een plaats die een paar honderd kilometer ten noordwesten van Bangkok ligt en vooral bekend is van The Bridge Over The River Kwai (wie kent hem niet?). Lekker relaxed stadje. Behalve de 'verplichte' brug hebben we ook nog een mooie waterval bekeken en hebben we een boottocht gedaan over de Kwai. Hoogtepunt was de avond op een eenvoudige woonboot (een hut op het water met 3 matrassen erin), met een paar biertjes en de iPod in de speaker (Down By The River van Neil Young kwam er goed tot zijn recht). Soms heeft een mens maar weinig nodig om gelukkig te zijn...

Bij terugkomst in Bangkok op zondag 9 maart moest ik eerst mijn voetbalteam bijstaan in de degradatiestrijd. Onze concurrent German All Stars (in die foeilelijke shirts van Die Manschaft) had wat versterkingen uit de Thaise profliga opgetrommeld. Na een sterke eerste en een chaotische tweede helft, konden we ze op 1-1 houden, waardoor we ze voorbleven op de ranglijst. Tijdens het schrijven van dit stukje is inmiddels bekend dat zij gedegradeerd zijn en wij gehandhaafd (schade Deutschland alles ist vorbei). Daarna snel het vliegtuig naar Chiang Mai halen. Dit is de voornaamste trekpleister van het noorden, waar ik al een paar keer eerder geweest was, met name om motor te rijden in de bergen. Het is een redelijk grote stad, met de uitstraling en relatieve rust van een dorp. Hier geen hoogbouw zoals in Bangkok. Met z'n drieen hebben we een paar dagen lang Chiang Mai en omgeving bekeken middels fietsen en scooters.

Middels onze favoriete Thaise budget airline hebben we ons vervolgens verplaatst naar Koh Phangang. Ik had inmiddels al wat eilanden bezocht, maar dit was toch nog beter dan de eerdere ervaringen. Als je de drukte ontvlucht merk je dat er zat rustige, prachtige stranden zijn met heerlijke bungalows en een authentieke sfeer. Eten is in vrijwel ieder restaurant een feest en de prijzen wekken een glimlach op. Enige smet op de bijna een week durende feestvreugde was dat mijn brommer spontaan afsloeg tijdens een afdaling op een pad dat uit losliggend steen bestond. De controle verliezend besloot ik er maar af te springen. Ik kwam weliswaar op mijn voeten terecht, maar raakte tijdens de sprong wel een scherpe rots. Niet alleen de wond moest gehecht worden, maar ook een spier net onder mijn linkerknie (vraag me niet waarom, maar op de een of andere manier verzamel ik al mijn littekens daar). Ondanks dat de dollartekens zijn gezichtsvermogen belemmerd moeten hebben, leverde de dokter keurig werk af. De assistente excuseerde zich beschaamd voor de gepeperde rekening van 100 euro. Erger vond ik dat hiermee een race tegen de klok begon om fit genoeg te worden voor de trekking in Nepal.
De trip door Thailand werd afgesloten met een paar dagen op Koh Tao, een eiland ten noorden van Koh Phangang dat al even mooi is en veel duikers trekt. Op de 22e waren we weer terug in Bangkok. Nog effe snel een nieuwe camera gekocht en net genoeg hersteld om de bergen van Nepal in te kunnen.

Toelichting bij de foto's (van boven naar beneden):
1. Onno en ik onder de waterval bij Kanchanaburi.
2. Proost in Chiang Mai.
3. Op de (klote)motortjes op Koh Phangang.
4. Koh Tao bij dag.
5. Koh Tao bij zonsondergang.
Niet slecht toch? (Foto's aanklikken om ze in volle glorie te kunnen aanschouwen.)

Geen opmerkingen: