donderdag 8 januari 2009

Kerst zonder ijs en sneeuw




Gelukkig nieuwjaar allemaal. Ik hoop dat jullie je tijdens de feestdagen vermaakt hebben. Ik heb kerst en oud en nieuw doorgebracht op wat tropische eilanden. Helaas was het ruim een week lang nogal bewolkt, maar ik zag op weer.nl dat het nog een heel stuk slechter kan. Ook met beperkte zonneuren is het op het strand in Thailand gelukkig prima uit te houden. In het gezelschap van goede vrienden uit Nederland was het goed luieren, eten en drinken.

Op eerste kerstdag met Mattijn naar Ko Phangan gereisd om het beroemde strandfeest mee te maken. Daarna zijn we voor een paar dagen naar Ko Samui gegaan. Ko Samui bleek een soort Costa del Sol. Brede drukke wegen, behoorlijk volgebouwd, niets anders dan toerisme, de Engelse versie van het Leidse Beestenmarktpubliek. Het eiland kent een aantal eigenaardige gebruiken. In de eerste plaats viel het me al snel op dat als je als toerist een scootertje huurt, je er een jong Thais plattelandsmeisje bij krijgt die de hele dag achterop zit. Mij lijkt het niet prettig om zo'n dom wicht als balast bij je te hebben tijdens een dagje lekker rond tuffen op het eiland. Blijkbaar durfden de meeste mannen deze extra service van de verhuurder niet af te slaan. Anders kan ik het niet verklaren dat slechts een enkeling alleen, met een maat of met zijn partner op de scooter zat. Een andere eigenaardigheid is dat er straten zijn die vol met barretjes zitten waar de serveersters buiten staan en reageren alsof je een filmster bent wanneer je langs loopt. 'Hellooo, hansom maaaann...Come insiiiide!!!' Mattijn en ik voelden onszelf nogal opgelaten in de rol van Clooney en Pitt. Ik had vooraf gehoord dat er op dit eiland nogal wat sextoerisme zou zijn, maar daar hebben we eigenlijk niets van gezien.

Ko Samui was dus niet echt een paradijs. Op de eerste avond bestonden de voornaamste attracties uit wat gevechten van derderangs Thaiboksers (m/v), een travestietenbar en het kijken naar PSV-Vitesse in een club die maar niet op gang wilde komen. Gelukkig vond Mattijn na de eerste dag in de Lonely Planet een rustig Chinees vissersdorpje (Bo Phut) waar het goed toeven was. Lekker rustig, het IQ van de gemiddelde toerist lag boven de 80, leuke restaurantjes en massages op het strand. Zo werd het toch nog wat op Samui. Overigens blijk ik in de voetsporen van Mick Jagger te treden. Nadat me 5 jaar geleden in Kashmir door een van trots glimmend vrouwtje werd verteld dat Mick Jagger ooit in haar winkel was geweest, hing nu in de sportsbar van Bo Phut een redelijk recente foto van Mick Jagger die aldaar een pintje dronk. Waar zijn toch de tijden gebleven dat hij te stoned was om zijn hotelkamer te verlaten en de groupies met drie tegelijk naar zijn kamer liet komen? Hij was daarvoor op Ko Samui toch echt op het juiste adres.

Na twee dagen rust in het vissersdorpje snakten we 's avonds toch weer naar wat meer actie en togen we dus maar tegen beter weten in naar een uitgaanscentrum. Wat we daar aantroffen is niet echt het vermelden waard. Om het niveau van het publiek te duiden een anecdote van de terugreis. We zaten bij een redelijk dronken Australische meid in de taxi (zie foto). Ze probeerde te raden uit welk land we kwamen. Na Engeland, Schotland en Amerika probeerde Mattijn haar een beetje de goede kant op te helpen met de hint dat we uit Europa kwamen, waarop het wicht uitkraamde: 'that was my next guess!'

Op de 30e namen we de boot terug naar Ko Phangan om mijn tennismaten op te zoeken in hun resort. Reisbureaus nemen nog wel eens een loopje met de waarheid. Dat de '20 minuten lopen' die ze zich wijs hadden laten maken in werkelijkheid een uur durende jungletocht per auto was, had ik echter nog niet meegemaakt. We kwamen uiteindelijk wel bij een prachtige baai uit, waar vier Leidse adonissen zich onder de spiedende blik van de vrouwelijke gasten bij het zwembad van het mooiste resort hadden neergevleid. Uiteraard waren Mattijn en ik te laks geweest om iets te boeken (zelf noemen we dat een flexibele instelling) en moesten we na lang zoeken genoegen nemen met de kleinste bungalow, waar we zowat lepeltje-lepeltje lagen. Met zijn zessen hebben we op het strandfeest het nieuwe jaar begroet.

Gelukkig begon 2009 erg goed. Op de boot op weg naar Ko Tao werd menigeen ziek door de hoge golven. Ik kon het lang tegenhouden maar in het zicht van de haven moest ook ik gebruik maken van de uitgedeelde zakjes. De drank van de vorige avond speelde ongetwijfeld een rol. Ondertussen lag Mattijn lekker te tukken. Hij had wat pilletjes tegen zeeziekte genomen. Die had ik natuurlijk niet nodig geacht, want ik was immers nog nooit zeeziek geweest... Ko Tao is super relaxed, maar het bleek een soort Ko California ('you can check out any time you like, but you can never leave'). Mijn boot van vrijdag middag werd gecanceld vanwege de golven en bovendien bleek er iets met mijn boeking mis te zijn gegaan, waardoor ook de vervangende boot van de volgende dag aan mijn neus voorbij ging. Uiteindelijk bleek het voor zowel mij als Mattijn een hels karwei om het eiland te verlaten. De Thai demonstreerden met groot vertoon hun verbijsterende gebrek aan organisatietalent. In het begin is het aandoenlijk, al snel wordt je er gek van. Maar laat ik niet doen alsof het een straf is om twee dagen langer op Ko Tao te verblijven. Ik kom er zeker nog terug.

Door mijn gedwongen langere verblijf moest ik toch nog even een wasje laten doen. Helaas bleek de volgende dag dat mijn hagelwitte shirt niet meer zo wit was en ook mijn blauw-witte rugbyshirt er niet meer zo fris uit zag. Ik dus terug om te klagen bij de ongeinteresseerde chagrijnen (overigens erg on-Thais). Enig excuus kon er niet af. 'No problem', klonk het slechts nors, dat zouden ze wel even verhelpen. Dat leek mij sterk, maar als je niet schiet ken je niet scoren, dus vooruit dan maar. Vlak voordat ik de shirts weer op ging halen zei ik nog gekscherend tegen de jongens dat het me niet zou verbazen als de shirts nu rood waren. Dat bleken profetische woorden. Ik was nog positief verbaasd toen mijn witte shirt weer als nieuw uit de machine kwam, maar vervolgens bleken de donkerblauwe banen op het andere shirt rood geworden te zijn. Toen ik vroeg hoe dat in godsnaam kon, keken ze me schaapachtig aan. Zoals het de Thai betaamd werd eerst glashard ontkend dat de banen voorheen blauw waren. Vervolgens weigerden ze om mijn geld terug te geven. De shirts waren immers gewassen en schoon, dus moet de farang niet zeiken en oprotten. Kijk en vergelijk zelf de foto's. Same same but different!

Uiteindelijk middels een vlekkeloze reis op zondagavond weer in Bangkok beland. Net op tijd om maandag weer aan de slag te gaan. Het was een zeer geslaagde kerstvakantie. De vier Leidenaren zijn op maandag de 4e naar Nederland gevlogen om zich op de elfstedentocht voor te bereiden. Mattijn volgde een week later op de 11e, na een laatste weekendje stappen in Bangkok. Op de 17e verwelkom ik mijn ouders die twee weken vakantie komen vieren.

2 opmerkingen:

OnnoenEline zei

Hi Toet,

Waarschijnlijk dezelfde wasserette annex reisbureau en 'massage'salon we de laatste keer ons wasgoed weg hebben gebracht... Dat heet in marketing termen met hagel schieten op de markt

Heeft Ome Hein zich nog een beetje gedragen in de Thaaise 'snoepwinkel'?

Marieke zei

Leuk idee, om zo af en toe voor weinig geld je garderobe op te pimpen.