zaterdag 28 november 2009

Aap, noot, mies


Begin vorig jaar heb ik drie maanden Thaise les gehad. Daarmee heb ik een aardige basis gelegd, maar meer ook niet. Het valt niet mee om mijn vocabulaire en spreekvaardigheid verder te ontwikkelen. Op werk spreekt bijna iedereen Engels, mijn sociale kring bestaat uit buitenlanders en in restaurants word je ook in het Engels aangesproken. Af en toe babbel je eens wat met een Thai die geen Engels spreekt, een taxichauffeur of winkelpersoneel. Daarmee hou je hooguit het geleerde enigzins op peil. Vorderingen maken is er nauwelijks bij.

Ik had een aantal keer vernomen dat het helpt om te leren lezen. Dan pak je automatisch hier en daar wat nieuwe woorden op, luidde de redenering. Vooruit dan maar, ik enige tijd geleden via een website begonnen om die tekens in mijn hoofd te stampen. De Thai gebruiken 32 klinkers en 44 medeklinkers. Als ze er nou nog twee bij hadden verzonnen, hadden ze exact drie maal zoveel letters gehad als wij. Je kunt je voorstellen dat het een aardige kluif is geweest om me die 76 letters eigen te maken. Ik meld dan ook met gepaste trots dat het me gelukt is. Het grote aantal tekens is echter pas het begin van de complicaties. Het is mij een raadsel hoe je het lezen zo nodeloos ingewikkeld kunt maken. De enige reden die ik kan verzinnen is dat ze het voor farang zo moeilijk mogelijk wilden maken om hun taal te leren. Als dat zo is kan ik alleen maar zeggen: uitstekend gedaan. Een kleine opsomming om jullie deelgenoot te maken van mijn frustraties:

1. De Thai hebben niet bedacht dat het wel handig is om een beetje ruimte tussen twee woorden te laten. Ze schrijven alles aan elkaar vast. Neem eens een Word document, haal alle spaties weg en ga effe lekker een stukkie lezen. Je zult zien hij prettig dat is.

2. Wij spreken alle letters van links naar rechts uit. Logisch zeg je? Niet voor de Thai. Er zijn een aantal klinkers die links van de medeklinker staan maar na de medeklinker worden uitgesproken. Laat ik een praktisch voorbeeld geven: 'dom' schrijven zij als 'odm'. Da's effe lekker handig...toch?

3. Sommige letters hebben in combinatie een andere klank. Weer even concreet: we hebben 'e', 'd', 'i' en 'j', als we die achter elkaar zetten zeggen we geen 'edij' maar 'dia'. Je moet er maar op komen.

4. Er zijn legio medeklinkers die ineens andere een klank hebben als ze aan het eind van een lettergreep komen. Waarom wordt een 'r' ineens een 'n'? Waarom schrijf je dan niet gewoon een 'n'? Vraag het mij niet.

5. En dan de tonen. Dit punt vind ik zelf het meest geweldige. Je weet misschien dat het Thais verschillende tonen gebruikt, vijf om precies te zijn: midden, hoog, laag, stijgend, dalend. Als buitenlander is het vrij ondoenlijk om dit enigzins onder de knie te krijgen. Eén-nul voor de Thai. In het schrift wordt de toon van een klinker met een tekentje boven de voorafgaande medeklinker aangegeven. Da's logisch. Je zou denken dat ze voor iedere toon consequent hetzelfde tekentje zouden gebruiken, dat zou immers ook logisch zijn. Je voelt hem al aankomen, ze hebben er iets op bedacht: we verdelen de medeklinkers in 3 klassen. Een bepaald toonteken geeft bij een medeklinker uit klasse 1 een hoge toon en bij een medeklinker uit klasse 2 een lage toon. Zo volgt bijvoorbeeld na 'd้' een hoge toon en na 'k้' een lage toon. Probeer dat allemaal maar eens te leren. Twee-nul voor de Thai.

Nu ik het zo op een rijtje aan het zetten ben, weet ik het trouwens zeker, ze willen gewoon niet dat die 'white buffalos' hun taal leren. Nou, dan heb ik slecht nieuws voor ze. Ik ben hard op weg om dat priegelige geschrift en de bijbehorende onlogica volledig te beheersen. Daarbij krijg ik wekelijks hulp van mijn charmante lerares Ladawan.

Zij was mijn lerares in de eerste maand op de AAA Language School. Uitstekende lerares. Leuk poppetje ook trouwens, maar dat terzijde. Ik kwam er achter dat ze in haar vrije tijd ook les geeft via Skype. Nu maakt ze mij één maal peer week een uurtje wegwijs in de wondere wereld van de Thaise taal. Ik maak gestaag vorderingen en begin inderdaad in het dagelijkse leven al wat woordjes op te pikken. Hierbij is het erg handig dat je in Bangkok veel tweetalige borden tegenkomt. Met behulp van de Engelse betekenis leer ik mezelf zo wat nieuwe woorden aan. Hoe moeilijk het ook is, ik geef niet op en zet door. De Thai krijgen deze farang er niet onder, maar dat kunnen jullie zelf zien op bijgaande beelden waarop ik de verschillende tonen zo even uit de mouw schud.

1 opmerking:

Marieke zei

Volgens mij zit je in de thaise bananensplit. Je lijkt wel een blatende geit.