zaterdag 17 april 2010

Ground Zero

Een week na de dramatische chaos van zaterdag 10 april, die 23 levens en meer dan 800 gewonden eiste, kon ik mijn nieuwsgierigheid niet langer bedwingen. Ik had er op internet over gelezen en foto's en video's gezien, maar ik wilde toch zelf wel eens ervaren hoe het er momenteel aan toe gaat in het toeristische centrum Ratchaprasong, met zijn luxe hotels en dito shopping malls het Kao San Road van de welgestelde toerist, en dus ook een belangrijke economische ader van de stad. Dus nam ik na een potje fitness vier haltes met de skytrain naar Siam
Square, officieus het meest centrale punt van Bangkok.
De hekken van het station waren bijna allemaal dicht. De reizigers konden via één open gelaten hek naar binnen en buiten. Indien er weer ongeregeldheden uitbreken, kunnen ze het station in no-time afsluiten. Vervolgens heb ik een stukje over de loopbrug gewandeld die de stations Siam Square en Chit Lom met elkaar verbindt. Tussen deze stations liggen de grote shopping malls en vanaf de brug kun je ze makkelijk binnen lopen zonder dat je door het drukke verkeer gehinderd wordt, ware het niet dat de shopping malls vanwege de huidige spanningen gesloten zijn. Vandaag deed de brug voor mij en anderen dienst om een veilige afstand te houden tot de red shirts die de straat beneden al meer dan een week in beslag hebben genomen. Het deed voor mij een beetje aan alsof ik in een dierentuin aapjes stond te bekijken, van tien meter hoog. Er zou toch geen Bokito tussen lopen?

Mijn indruk was dat van een gemoedelijke, doch saaie braderie. Vele red shirts zitten wat langs de kant van de weg, waar velen van hen al dagen geslapen zullen hebben. Er tussendoor lopen allerlei mensen. Vooral Thai met een shirt, sjaal, pet of iets anders dat aangeeft dat Thaksin hun man is. Ook enkele nieuwsgierige buitenlanders zoals ik. Na een paar minuten als de spreekwoordelijke kat vanuit de boom naar beneden gekeken te hebben, durfde ik de afdaling wel aan. De eerste de beste Thai die ik tegenkwam stak echter zijn hand op, alsof hij me er niet door wilde laten. Ik schrok even en zette snel mijn import-Thai glimlach op. 'Sawadie kap', lachte ik hem toe. 'Thank you' zei hij, mijn groet blijkbaar interpreterend als een steunbetuiging aan de red shirts. Hij gaf me een hand en liet me door. Een glimlach is in Thailand vrijwel altijd het beste wapen.

Later bleek hij gelukkig de enige die even wilde kijken wat voor farang-vlees hij in de kuip had. Zonder probleem slenterde ik over ground zero, langs de vele stands met vooral rode artikelen, maar ook allerlei meer modieuze kleding in andere kleuren. Handel is handel, zeker ook in Thailand. Hier en daar werd druk gekookt in grote wokken. Er was een stand waar men druk met fotoshop in de weer was geweest om Thaise politici belachelijk te maken. Een masturberende dame met het hoofd van een Thaise minister of legerleider. Dat soort werk, je kent het wel. Even verder waren echte foto's te zien, van een zeer luguber soort. Dode slachtoffers met kogelwonden in hun hoofd en andere lichaamsdelen. Ik durfde er eerst geen foto van te maken, maar als echte oorlogsfotograaf overwon ik de angst en drukte snel af (zie foto), om het toestel weer zo rap mogelijk in mijn zak te doen en door te lopen.

Geen idee wat ze ervan vinden als je daar als buitenlander foto's van maakt. Ik probeerde me in hen te verplaatsen en nam aan dat ze het geen probleem vinden. Ze hangen die foto's toch op om aan iedereen te laten zien wat de consequenties van het geweld zijn geweest en ik stond niet uitgebreid foto's te maken, maar nam zo achteloos mogelijk snel een kiekje. Aan de andere kant, ik begrijp ook niet wat ze bezielt om onvoorwaardelijk achter Thaksin te staan, dus laat ik mezelf niet wijs maken dat ik exact begrijp wat in hun ogen wel en niet kan.

Al slenterend over de 'braderie' kwam ik bij het grote kruispunt bij Chit Lom, waar een podium is gebouwd. Het volk wordt toegesproken en vermaakt met wat muziek. Ook hier is de sfeer rustig, bijna loom te noemen. Dat is eigenlijk ook niet zo gek als je bedenkt dat een groot deel van de menigte daar al zo'n week bivakkeert. Ik lijk niet te bestaan voor ze, maar blijf toch op mijn hoede. Ik zie een andere buitenlander uitgebreid foto's maken zonder dat er ook maar één red shirt aanstoot aan lijkt te nemen. Zelf doe ik het toch liever vluchtig. Dit is ook pas mijn eerste oorlogsreportage. Hopelijk ook mijn laatste trouwens, maar dat moet ik helaas betwijfelen.

Geen opmerkingen: